maandag 1 mei 2017

Handboek 11

logo
blz 36 - 37 - 38
vervolg van blz 35
SIGNALEN BETREFFENDE DEN SCHEEPSDIENST
gld31
DE SCHILDWACHTEN DIENST.
Deze staat volledig beschreven in het aan iedere militair verstrekte "Voorschrift gewapende wachten enz"
Een ieder zij doordrongen van het gewicht van deze diensten. In't bijzonder wordt de aandacht gevestigd op de z.g "algemeende consignes" art. 27 t/m 35 van genoemd voorschrift.
EERBEWIJZEN.
Voor officieren en onderofficieren van het Nederlandsche en Nederlandsch-lndische leger, van weerbaarheidskorpsen en van vreemde natiën worden dezelfde eerbewijzen gedaan als voor de officieren en onderofficieren van de zeemacht van overeenkomstig rang.
vervolg op blz 40 in de rechterkolom
blz 39 - 40
leder militair is verplicht zijnen in uniform, dan wel in 't burger gekleeden meerdere den militairen groet te brengen.
De militaire groet bestaat in het met een korte beweging brengen van de rechterhand loodrecht tegen den rechteronderkant van het hoofddeksel, even achter het rechteroog, de vingers uitgestrekt en aaneengesloten, de palm der hand naar voren, de elleboog ongedwongen omlaag, de linkerarm wordt gestrekt en blijft ter zijde van het linkerbeen, terwijl degene, wien de groet geldt, met opgeheven hoofd wordt aangezien.
De groet wordt aangevangen, wanneer de meerdere tot op 3 a 4 passen genaderd is en eindigt, wanneer de meerdere 2 passen voor. bij is. Op en neer gaande, wordt de groet voor denzelfden meerdere slechts eenmaal gebracht.
Indien men rookt, wordt voor het brengen van den groet de sigaar, sigarette of pijp in de linkerhand genomen. Indien men eenig voorwerp draagt, wordt dit tijdig in de linkerhand genomen; laat de omvang of het aantal der voorwerpen niet toe de rechterhand vrij te maken, dan wordt volstaan met het aannemen van de houding en het aanzien van den meerdere met opgeheven hoofd.
Stilstaande, wordt voor het brengen van den groet front gemaakt en de houding aangenomen. Is men blootshoofds, dan wordt volstaan met het aannemen van de houding en het aanzien van dengene, wien de groet geldt.
Is men gezeten, dan wordt opgestaan en gehandeld als bovenbeschreven.
In een voertuig of op een rijwiel gezeten wordt de groet rechtop zittende gebracht.
Aan ridders der Militaire Willemsorde met den stand van matroos, die het modelkruis zichtbaar dragen, wordt de militaire groet gebracht door hunne met met die orde gedecoreerde standgenooten.
Ieder militair, die bij een meerdere is geroepen of zich tot dezen wendt, neemt in de houding voor den meerdere plaats op een afstand van 2 passen en brengt den groet. Na afloop van het onderhoud brengt hij weder den groet, maakt rechtsomkeert en verwijdert zich.
Militairen gewapend met opgestoken sabel of bajonet groeten op dezelfde wijze als een ongewapende. Zij houden het wapen met de linkerhand vast, zodanig dat de punt naar beneden wijst.
Zijn zij met geweer gewapend, dan bestaat de groet in het aanzien van den meerdere, de rechterhand blijft de geweerriem vasthouden, de linkerhand is gestrekt langs het been.
Voor H. M. de Koningin of eenig Lid van het Koninklijk Huis, voor ontplooide (d.i. niet met een foudraal omhulde) vaandels en standaarden en militaire begrafenissen maakt ieder miltair op 5 á 6 passen afstand halt en front, brengt den militairen groet en blijft in de houding staan totdat de hierbedoelde persoon, het vaandel, de standaard of het lijk ten minste vier passen voorbij is. Zij zullen in de bedoelde gevallen, indien zij met het geweer gewapend zijn, dit presenteeren.
Indien men iets draagt, en de omvang of het aantal der voorwerpen niet toelaten de rechterhand vrij te maken, dan worden deze zoo mogelijk voor den groet nedergezet.
In een voertuig gezeten, doet men dit aan den kant van den weg stil houden, staat op, en brengt den militairen groet. Op een rijwiel gezeten, stijgt men af, maakt front en houdt gedurende het brengen van den groet, het rijwiel met de linkerhand vast.
Het is verboden om de Vorstelijke personen op den weg in te halen en voorbij te loopen. (1)
Het inhalen en voorbijgaan van een troep met vaandel of standaard en van een militaire begrafenisstoet behoort zooveel mogelijk te worden vermeden; is zulks bepaald onvermijdelijk, dan wordt gedurende het voorbijgaan de militaire groet gebracht, vanaf het oogenblik, dat men het vaandel, den standaard of de lijkwagen tot op 4 passen genaderd is, tot het oogenblik, dat men 4 passen voorbij is.
De mindere gaat voor den meerdere behoorlijk uit den weg en mag hem niet rakelings passeeren. Verontschuldigingen, dat men den meerdere niet zag en daardoor den groet verzuimde, worden niet aangenomen; de militair behoort altijd oplettend langs den weg te loopen.
Alle rapporten moeten op eerbiedige wijze worden overhandigd.
(1) Een hofrijtuig, waarin H.M. de Koningin, of eenig Lid van het Koninklijk Huis is gezeten, heeft op de lantaarns koningskronen, terwijl de koetsiers en palfreniers nestels dragen; een ledig hofrijtuig, genoemde kenteekenen dragend, rijdt immer stapvoets.
Een hofauto, waarin H.M. de Koningin, of een Lid van het Koninklijk Huis is gezeten, draagt voor op de motorkap de voor H. D. vastgestelde onderscheidingsvlag.
vervolg op blz 41

Geen opmerkingen :