maandag 1 mei 2017

Handboek 07

logo
BEPALINGEN TOT HET VOORKOMEN EN BLUSSCHEN VAN BRAND
Aan boord der oorlogsschepen wordt streng de hand gehouden aan de voorschriften betreffende het voorkomen van brand. Zoo bepaalt de commandant, op welke plaatsen in het schip en gedurende welke tijden aldaar wag worden gerookt. Hij wijst de plaatsen aan waar stoffen, aan zelfontbranding onderhevig, zullen worden geborgen en bepaalt hoe die berging moet geschieden. Hij stelt het uur vast, waarop in de verschillende verblijven de lichten geheel of gedeeltelijk moeten worden gedoofd.
Ter bestrijding van eventueelen brand wordt op elk schip een brandweer samengesteld uit schepelingen, behoorende tot de verschillende wachtdivisien. Elke schepeling bij de brandweer geplaatst, moet bekend zijn met :
de indeeling van het schip, in het bijzonder met de verschillende bergplaatsen, hare bestemming en de wijze van stuwing ;
de inrichting en het gebruik van de brandbluschmiddelen, zoomede de plaats waar deze zijn geborgen of opgehangen ;
de plaatsing en behandeling der afsluiters tot het inlaten en uitlaten van water in de munitiebergplaatsen, bergplaatsen voor schietkatoen, stookplaatsen, enz ; het aftappen van samengeperste lucht uit de accumulatoren en uit de luchtkamers der torpedo's ;
het gebruik van de toestellen tot het werken in zwaren rook. Bij zeewacht treedt op het door den commandant te bepalen tijdstip op het daarvoor bepaalde signaal de brandweer der wachtdivisie aan en wordt het tot de brandweer behoorende personeel zoo noodig aangevuld.
Bij zeewacht zal op bovenbedoeld tijdstip en signaal de brandweer voor de divisien, welke niet de wacht hebben, aantreden een ieder die waarneemt of vermoedt, dat er aan boord brand is ontstaan, behoort, indien hij den brand niet dadelijk zelf kan blusschen. daarvan onmiddellijk den officier of onderofficier van de wacht te waarschuwen of te doen waarschuwen. Het signaal van brand is "klok luiden", in het tempo van "kok schaft op" en het hoornsignaal "brand". Het signaal wordt op bevel van den commandant geslagen en geblazen.
ALGEMEENE MAATREGELEN EN VEILIGHEIDS -
VOORSCHRIFTEN MET HET OOG OP GEVALLEN VAN AVERIJ (LEKKEN).
Als grondbeginsel geldt dat onder het pantserdek of onder de lastlijn alles steeds gesloten moet zijn, tenzij werkzaamheden of toezicht houden hiervoor een beletsel zijn.
vervolg op blz 22 - 23 in de rechterkolom
blz 22 - 23
In geval van navigatie in drukke vaarwaters of in geval van mist of slecht zicht, in het algemeen wanneer gevaar voor aanvaring of aan den grond raken bestaat, bovendien bij gereedmaken tot gevecht en bij alarm behoort aan eene zijde steeds alles, dus ook boven het pantserdek, gesloten te zijn.
Indien onmiddellijk gevaar voor averij dreigt, wordt op het signaal "aanhoudend glazen slaan", ook aan de andere zijde alles gesloten en wordt de z.g. sluitrol uitgevoerd.
In de sluitrol zijn voor elke wachtdivisie enkele personen aangewezen, belast met het sluiten van alle waterdichte deuren en sluitingen, voorts eenige personen, die alles gereedmaken om de lensmiddelen te werk te kunnen stellen.
In tijd van gevecht zijn met het sluiten der waterdichte deuren en sluitingen belast de schepelingen, die in de alarmrol daarvoor zijn aangewezen.
Op elk schip moet ten minste op een plaats, doch zoo mogelijk op twee plaatsen, namelijk voor en achter, op gemakkelijk te bereiken plaats, een teekening van het uitgeslagen schip worden opgehangen, gevende eene duidelijke schematische voorstelling van de waterdichte indeeling van het schip, de lensmiddelen en de brandbluschmiddelen.
Bij deze teekening(en) moet worden opgehangen een lijst, bevattende de voornaamste gegevens, benoodigd ter beoordeeling van de gevolgen van een groot lek en aangevende de plaats, waar de voornaamste hulpmiddelen als reddingmatten, houten stoppen, stutten, enz, zijn te vinden.
Voor en achter in elk der hoofdcompartimenten, moet worden opgehangen een lijst, bevattende opgave der belangrijkste verrichttingen, welke in dit compartiment moeten geschieden bij het vol loopen van het naastbijgelegen compartiment.
Wordt het signaal "aanhoudend glazen slaan" voor de 2e maal gegeven dan worden de sloepen gereed gemaakt, om het schip te verlaten. Zoodra de sloepen gereed zijn, worden de zwemvesten aangedaan.
Op het signaal "gongslaan" doen de sloepscommandanten hunne sloepen zoo spoedig mogelijk te water laten en afsteken.
Voor het geval het schip onmiddellijk verlaten moet worden zonder dat er tijd is voor het sluiten en voor het gereed maken der sloepen, wordt het signaal "gong slaan" gegeven zonder voorafgaand signaal "aanhoudend glazen slaan".
Op eerstgenoemd signaal komt een ieder zonder uitzondering onmiddellijk langs den kortsten weg aan dek en worden de zwemvesten aangedaan. De sloepscommandanten doen hun sloepen zoo spoedig mogelijk te water laten en afsteken.
vervolg op blz 24

Geen opmerkingen :