Marine gewoonten en gebruiken
HoofdstukV
De commando-overdracht van den commandant der marine te
Willemsoord en van den commandant der zeemacht, tevens hoofd
van het Departement der marine in Nederlandsch-Indië, beiden
vlagofficieren, heb ik in het vorige hoofdstuk behandeld. Men zou
dus kunnen verwachten, dat ik nu vertel van de commando-overdracht
in het andere gebiedsdeel, n.l. West-Indië. Doch van een
commando-overdracht in den zin als bovenbedoeld, is in West-Indië geen sprake.
De commandant der scheepsmacht in de Carathische Zee is een titel, die bij Kon. Besluit van 23 April 1904, no. 32, werd vastgesteld; doch tegenwoordig spreekt men van den oudstaanwezend-officier te Curacao of in de Caraïbische Zee. Hij vertegenwoordigt er onze marine en is commandant van het schip, waarmede hij in de West- Indische wateren vertoeft. Dit commando staat rechtstreeks onder den minister van defensie (marine).
Men moet hier eigenlijk meer spreken van de aflossing
van het eene schip, door een uit Nederland daartoe uitgezonden
ander schip. Met deze aflossing wordt de commandant van het nieuw
aangekomen schip vanzelf commandant der scheepsmacht in de
Carathische Zee. De laatste maal gebeurde dit in November 1939
toen Hr. Ms. „Johan Maurits van Nassau" werd afgelost door Hr. Ms. „Van Kinsbergen".
De commando-wisseling aan boord van een schip wordt officieel
„overgave en overname van het bevel" genoemd, zooals de commandant
ook wel „bevelvoerend officier" heet.
De benoeming tot commandant geschiedt bij Kon. Besluit; evenzoo
de ontheffing van een bevel, doch dit laatste is niet zoozeer een Kon.
Besluit tot aftreden, dan wel een benoeming in een andere functie,
waarmede noodzakelijk de ontheffing van de vorige functie (commandant
van het schip waarover het bevel gevoerd werd) gepaard gaat.
blz 42 - 43. wordt vervolgd..
|
woensdag 6 november 2013
Marine Gewoonten en Gebruiken 42-43
Abonneren op:
Reacties posten
(
Atom
)
Geen opmerkingen :
Een reactie posten