vrijdag 29 november 2013

Marine Gewoonten en Gebruiken 78-79

logo
Marine gewoonten en gebruiken
De onzen streken de vlag en de topzeilen (de bovenbramzeilen) dat hoorde er in die dagen bij en deden eereschoten in volle zee, doch alleen, als dit eerbewijs op gelijke wijze beantwoord werd.
De geschiedenis van het saluut aan en met de vlag tusschen Engeland en Nederland in de 17e eeuw is te bekend, dan dat ik hier nog eens zou moeten herhalen, dat Tromp daarover in 1652 in gevecht gewikkeld werd met Drake en dat daardoor de Tweede Engelsche oorlog uitbrak.
De gewoonten en gebruiken betreffende saluut aan de vlag, bleven door alle eeuwen heen tot in onzen tijd gehandhaafd. Wanneer een vreemd oorlogsschip door het neerhalen der vlag eerbewijs geeft aan de Nederlandsche vlag, wordt deze beleefdheid op gelijke wijze beantwoord.
Maar als een koopvaardijschip een Nederlandsch oorlogsschip eerbewijs geeft met het strijken van de vlag of het zeil, dan wordt dit beantwoord door de vlag aan den stok of aan de gaffel eenmaal half neer te halen en weer voor te hijschen. Een oorlogsschip strijkt immers nooit de vlag voor een mindere !
Nederlandsche oorlogsschepen zullen echter nooit of te nimmer het eerst groeten door het neerhalen van de Nederlandsche vlag voor een vreemde natievlag, al zouden er, zooals in die dagen van Tromp, oorlogen door ontstaan !
Het kan voorkomen, dat koopvaardijschepen met geschut het saluut brengen aan een oorlogsschip. In die gevallen worden saluten van koopvaardijschepen beantwoord door de oorlogsschepen, doch deze laatste zullen altijd twee schoten minder geven, dan de koopvaardijschepen geschoten hebben, een gebruik, dat ook reeds afkomstig is uit de 16e-17e eeuw.
Als een Nederlandsch oorlogsschip een reis gaat maken van ten minste zes maanden of wanneer het schip naar Oost-Indie vertrekt of, in beide gevallen, in Nederland terugkeert, zal aan boord de vlootvoogd ter plaatse met het voorgeschreven aantal schoten worden gesalueerd. Maar als de vlag van den vlootvoogd daardoor binnen een jaar voor de tweede maal door hetzelfde schip zou worden gesalueerd, dan bestaat de verplichting tot het geven van het saluut niet.
Zoo zal een Nederlandsch oorlogsschip de Nederlandsche vlag in Oost-Indiƫ, Suriname of Curacao alleen salueeren, als het schip tenminste een jaar buiten dit gebiedsdeel was.
Er zijn overigens talrijke variaties in de begroeting, het salueeren met geschut, zoowel voor de vlag, de natie, vorstelijke of hooggeplaatste personen c.d., doch met bovenstaande zijn de voornaamste, de meest karakteristieke en de oudste gewoonten en gebruiken op dit gebied wel behandeld.
Doch op een belangrijke zaak moet ik nog den nadruk leggen. Voor het brengen van eerbewijzen wordt angstvallig en nauwgezet de hand gehouden aan de voorschriften en aan den vorm. De zee-officier spreekt altijd van „de courtoisie der zee" en beschouwt deze internationaal als heilig. En wie onze onder-officieren en manschappen der marine kent, weet, dat ook zij de eerbewijzen correct en traditioneel handhaven.
blz 78 - 79. wordt vervolgd..
Vorige pagina Volgende pagina

Geen opmerkingen :