Marine gewoonten en gebruiken
Ineens laten de aangetredenen hun stramme militaire
houding los, en stellen allen zich „voor den boeg" op in een verward
kluwen dicht opeengepakt op het halfdek, in een grooten boog van
stuur- naar bakboord, een ruimte vrij latend voor den commandant.
Uit het kluwen hebben zich de luitenant ter zee der Ie klasse
J. van Raemsbeck en de bootsman K. Maarten losgemaakt en treden
„voor het front" van de aldus verzamelde bemanning, nabij den commandant.
Nadat de schipper gerapporteerd heeft, dat „alle hens
voor den boeg" is, begroet de commandant, telkens afzonderlijk,
doch kort na elkaar : „Heeren officieren. . . onderofficieren. . . en
manschappen." Allen die tot een der groepen behooren, brengen
gelijktijdig den militairen groet. In een korte toespraak, marinemannen
zijn geen langsprekers, richt de commandant zich tot de bemanning,
spreekt over de verdiensten van den officier en de redenen
welke geleid hebben tot het aanvragen van een onderscheiding voor
den officier en wenscht hem van harte geluk met de onderscheiding.
Op het commando : „open den ban" laten tamboer en pijper het
signaal op trom en fluit hooren. De geheele bemanning brengt den
militairen groet, terwiji de commandant het Kon. Besluit voorleest,
waaruit de toekenning van de onderscheiding van ridder der orde
van Oranje-Nassau blijkt. Dan speldt hij hem de versierselen op de
Borst, geeft den officier een stevige hand, treedt eenige stappen terug
en brengt den militairen groet. Daarna wordt met het voorgeschreven
signaal de ban wederom gesloten, waarbij de geheele bemanning
wederom den militairen groet brengt.
Ditzelfde ceremonieel van toespraak,
openen van den ban, voorlezing van het Kon. Besluit, opspelden
van de zilveren medaille, handdruk en sluiten van den ban, herhaalt
zich voor de toekenning van de eere-medaille der orde van
Oranje Nassau aan den bootsman. Met een groet trekt de commandant
zich terug, commando's worden gegeven, het hoorngeschal „af
trap" van den tamboer klinkt en de schipper laat na een voorafgaanden
haal op z'n bootsmansfluitje weten „dat 't Zondagsche dienst is",
hetgeen door een goedkeurend gemompel, met hier en daar een
rumoerige stoeipartij onder uitgelaten jonge matrozen, wordt begroet.
De collega's van den officier en van den bootsman complimenteeren
hen, die de onderscheiding hebben ontvangen om zich daarna in de
longroom resp. in „den gouden bar terug te trekken.
Ik heb dit alles van mijn verdekt opgestelde plaats aan dek met
belangstelling gevolgd. Niet alleen om het ceremonieel als zoodanig,
doch vooral ook om den gemoedelijken kameraadschappelijken geest,
die er heerschte ondanks — is het niet juister te zeggen : vooral door
de militaire verhoudingen.
Merkwaardig vond ik het openen en sluiten van den ban. Want in wezen is dit geen marine-ceremonieel.
Oorspronkelijk was de ban een afkondiging of bekendmaking door
de overheid van een gebod of verbod; hij vergroeide tot een rechtsterm,
een plechtige handeling, waarmede de rechter in gebanne
dingen een eigenaar uit het goed bant, een ander persoon in het
bezit er van stelt en over dit bezit en den nieuwen eigenaar den
vrede bant. Bij de marine is de ban gebleven wat deze oorspronkelijk
was : de afkondiging van een gebod, een officieele bekendmaking.
blz 20 - 21. wordt vervolgd..
|
donderdag 24 oktober 2013
Marine Gewoonten en Gebruiken 20-21
Abonneren op:
Reacties posten
(
Atom
)
Geen opmerkingen :
Een reactie posten