
Marine termen 03
„Je hoort toch wat ik zeg ?'' zei de kaan, niet zonder wrevel in z'n stem.
„Jawel, schipper, maar Willemse is op den bak aan 't schalmen.
Er is slecht weer op komst. Het tentje op de duiventil is al uit de
lijken gewaaid. Uitdeketting ligt op stootgaren om met den blinder
man of te lossen aan het wiel, Verdulmen is droogwant maken voor
de barang doorwaternat wordt en Heukels staat de knoopen te tellen bij de log.
„Goed, goed", deed de kaan gebarend. Want daarmede was het
aantal gasten toch niet uitgeput. „Barendsen is er toch nog, en van
Klampen, en de Vries, en... wat voert van Leeuwen uit ?
„Die is 't pardoen van den voortop aan bakboord aan 't lapzalven",
zei Vandersteng.
„Is tie bela... , maakte de kaan zich kwaad. „Daar is het nu geen
tijd voor. Laat 'm direct uit het twig komen en het bootsmansstoeltje
afgeven bij den paai van het voorschip. Vooruitt, commandeerde
de kaan, „schiet op, en zorg dat ze voorgaats komen".
Binnen enkele minuten had Vandersteng z'n collega's bij elkaar.
,,Wat is er loos ?", vroegen ze.
„'t Is weer pen uit", zei Vandersteng. „De kaan loopt op uiterst
vermogen en is ver over de rooie streep".
„Nou", zei Barendsen, „wat kan je gebeuren ? 't Is zoo dadelijk
handen schoon. Ik heb den eersten platvoet als dienstdoende. Hij
knipperde met z'n rechter blindeerklep als een teeken van „begrijp
je wel ?" en trok aan z'n stutten naar omlaag.
„'t Is wat moois", gromde van Leeuwen, die z'n met Zweedsche
leer bevuilde handen trachtte schoon te maken met een dot bruin
werk. „Ik had nog maar een klein stukje te doen. Nou moet ik
natuurlijk op de dagwacht dat pardoen afwerken. Want als we
morgen op de ree komen is er geen kijk op".
„Waar moeten we zijn ?", vroeg Uitdeketting, wien dat nabreeuwen
maar matig beviel. „Laten we opschieten, want ik moet zoo dadelijk aan het roer".
„Dan kan jij wel verdwijnen" meende Vandersteng, die intusschen
de koppen telde. „Maak jij maar klarigheid, zei hij tot Uitdeketting,
„dan zal ik wel zeggen dat jij en Barendsen voorschaf ten,
omdat jullie den eersten platvoet hebben.
Met hoevelen zijn we... acht man ? Waar is de kabelgast en de paai...?"
Langgerekt en hoog sjilpend snerpte het bootsmansfluitje van de kaan over het dek, gevolgd door een kort afgebeten roep : „Vastwerken".
wordt vervolgd.. |


Geen opmerkingen :
Een reactie posten