
Marine ABC
Baksgewijs.
Het volgens de bakken aantreden. Men heeft de bakken genummerd voor elke divisie afzonderlijk, terwij1 de mariniers en de stokers (machinekamerpersoneel beneden den rang van sergeant) wederom een eigen groep vormen. Men spreekt dus b.v. van matrozenbak 5, stokersbak 4, mariniersbak 2.
Baksmeester, bakszeuntje en het bij-zeuntje.
De baksmeester is gewoonlijk een korporaal, die de leiding aan den bak heeft, het zeuntje is de bediende
die voor het opdienen en verdeelen der rantsoenen zorg draagt en het bij-zeuntje is eveneens een matroos, die
het zeuntje o.a. met het schoonmaken van het kommaliewant, behulpzaam
is en na eenigen tijd het zeuntje opvolgt. Het „stilte aan den
bak" is gelegenheid geven tot gebed. Het „geen slag aan den bak
krijgen", d.w.z. niet aan het woord kunnen komen of geen kans
kunnen krijgen, is op den bak zelf tegenwoordig niet meer van toepassing.
Baksorder.
Officieel „Algemeen Baksorder" : reglement, omschrijvende
de plichten en de rechten van de aan den bak geplaatste
schepelingen (ook alweer uit den nieuwen tijd, die bij de marine
reeds in 1895 begon). Admiraal Van Kinsbergen ( geb. 1 Mei 1735
te Doesburg en oven. 24 Mei 1819 te Apeldoorn) komt echter de
eer toe een eerste proeve van de baksorder te hebben vastgesteld,
waarschijnlijk na 1775, toen hij uit zijn tijdelijk Russischen dienst
in ons land terugkeerde. Na den slag bij Doggersbank (5 Aug. 1781) werden trouwens ook talrijke verbeteringen bij de marine
ingevoerd.
Bakspier.
Aanvankelijk waren de bakspieren (aan stuur- en
bakboord ter hoogte van de brug op de buitenhuid van het schip,
ongeveer twee meter boven de waterlijn) van hout, doch tegenwoordig
natuurlijk van ijzer. Ze dienen om de te water liggende
sloepen vrij van het schip te houden.
In de vaart zijnde of in de haven liggende, zijn de bakspieren naar achteren dichtgeklapt tegen
boord. Men voert ze uit, ter reede liggende, door de baksstagen
vooruit en het toppenend aan dek, door te halen. De bakspieren
komen dan, draaiende aan het vaste einde, tegen de boord, waar de
lummel scharnierend werkt, dwarsuit te staan. Het toppenend zorgt voor den horizontalen stand.
Van de verschansing tot het toppenend
is een lei-end gespannen, waaraan men zich kan vasthouden als
men over de bakspier loopt om zich in de sloepen te begeven. Een
kleine jakobsladder vergemakkelijkt het afdalen in de sloepen. Voor
enkele jaren is op de bakspier een z.g. kippenplank bevestigd, om
het loopen op de bakspier te vergemakkelijken.
Balgen, balgjanus.
Het is geen algemeen bekende marineterm,
dit balgen, doch een uitdrukking van de adelborsten aan het Kon.
Instituut en beteekent : veel eten. De balgjanus was de eetclub, zooals
men ook een kegeljanus, radio-janus e.d. onder de adelborsten
had. De balgjanus werd in 1925 opgericht, doch beleefde geen
tweede vermelding in het annuarium — jaarboekje adelborsten.
Balie.
Is een tobbe, niet rond, zooals de burger zich die
voorstelt, doch ovaalvormig. Men heeft ze in verschillende grootte,
die in elkaar passen, zooals de huisvrouw van een nest pannen of
schalen spreekt. Ze worden hoofdzakelijk gebruikt voor plunjewasschen.
De grootste — men spreekt van 1e, 2e, 3e en 4e talje (taille)
balie (de 1e talje balie is de grootste) — biedt plaats voor vier man,
de kleinste voor één man, om er zijn plunje in te wasschen, of...
om er een bad in te nemen, hetzij aan dek of in den kuil, zooals op
onze schroefstoomschepen 1e klas met zeilvermogen, als „Atjeh",
„Tromp", „Kon. Emma", „De Ruyter", „Van Galen", „Joh. W.
Friso" en „Van Speyk" in de jaren 1880—'90 het geval was.
Op de nieuwste schepen is het aantal benoodigde balies gering (ze worden
ook voor soppen, schoonschipmaken e.d. gebruikt), omdat deze
schepen voorzien zijn van een moderne waschinstallatie en strijkerij.
Behalve de ovaalvormige balies heeft men aan boord ook ronde
dekwaschbalies, die oorspronkelijk gebruikt werden om zout water
in te verzamelen voor dekspoelen, met een groote zeildoeksche slagputs
(emmer), ook wel ameraal geheeten.
Sinds dit overbodig geworden is, omdat de zoutwaterleiding het dekspoelen vergemakkelijkte,
heeft de kok geleidelijk aan beslag gelegd op deze dekwaschbalie
voor groenten- en aardappelen-wasschen of het smoren van de gekookte rijst.
wordt vervolgd..
|


Geen opmerkingen :
Een reactie posten