
Marine ABC
Anker.(vervolg)
Het zinnebeeld van onze marine is het onklare anker met kroon,
d.w.z. 'dat zich om de ankerschacht een touw slingert. Op de uniform van een groot deel van het personeel komt het anker dan ook voor.
Doch lang niet voor allen.
Het onklaar anker wordt gedragen op
de pet, jas-revers en op de knoopen van de uniform van de zeeofficieren,
de officieren van administratie, de officieren-vlieger en
alle onderofficieren, behalve van het Korps Mariniers. De officieren,
onderofficieren en manschappen van het Korps Mariniers dragen een klaar anker.
De matrozen dragen een onklaar anker alleen op de knoopen,
doch een klaar anker op de linkerbovenmouw, voor den
matroos tweede klas; twee gekruiste klare ankers voor den matroos
eerste klas en twee gekruiste klare ankers met een H (huishoudelijke
dienst) er doorheen voor den barbier, kleermaker en schoenmaker.
Eén klaar anker op de linkerbovenmouw dragen ook de
opperschipper, schipper, bootsman en de kwartiermeester. De reeds
genoemde officieren dragen op den kraag van hun jas (aan stuuren
bakboord) een onklaar anker. De overige officieren, onderofficieren
en manschappen dragen geen anker als distinctief. Wie
daarvan meer weten wil moet bij „uitmonstering" zoeken.
Twee gekruiste klare ankers voert de minister van defensie in zijn
vlag, als hij op marineterrein of aan boord is. De vlag bestaat uit
twee Nederlandsche vlaggen, die met een breede witte baan aan
elkaar verbonden zijn. In deze witte baan zijn de twee gekruiste
klare ankers aangebracht. Deze vlag werd in 1932 ingevoerd.
Het anker als zinnebeeld van de marine vindt men ook in de
vlag van de kapiteins ter koopvaardij, die tot de marinereserve
behooren. Het onklaar anker met kroon wordt gevoerd in een wit
medaillon in het midden van onze rood-wit-blauwe vlag.
„Het Anker" heeft gedurende een reeks van jaren, en wel van
6 April 1901 tot 29 April 1921, een zeer belangrijke rol gespeeld.
„Het Anker" was n.1. het weekblad van den Matrozenbond, den
lateren Bond voor Minder Marinepersoneel, die in 1934 werd ontbonden.
Ankerketting.
Deze bestaat uit 8 stukken, ieder van 15 vaam.
In het eerste en in het laatste stuk zit een wartel om het kinken to
voorkomen. De harpen waarmede de stukken aan elkander verbonden
worden, zijn met den ronden kant naar het anker toe geplaatst,
zoodat ze bij het uitloopen van den ketting nergens achter kunnen pakken.
De azijnzuurhoutenkettingkabelopsluitpen werd
tot ongeveer 1890 gebruikt om de bout van de harp te borgen; nadien werden metalen pennen gebruikt. Om de 10 vaam is een merk
aan een schalm aangebracht, bestaande uit een eindje touw met een
of meer knoopen. De schipper kan daaraan zien hoeveel ketting
uitgeloopen is (gestoken is). Men steekt den ketting gewoonlijk drie
maal de diepte van de ankerplaats; staat er dus 10 vaam water, dan steekt men tot 30 vaam.
Ankerlichten.
Er gaat een verhaal, dat een adelborst opdracht
kreeg voor ankerlichten te zorgen, en dat hij daartoe naar den
bak ging om het ankerspil in gereedheid te brengen, hoewel hij
niet begreep, waarom en hoe hij het anker alleen moest lichten.
Toen hem duidelijk gemaakt werd, dat hij de ankerlichten moest
ontsteken, was 'het geval ineens opgelost. Als een schip voor anker
ligt, wordt 's avonds op den bak aan den geusstok een wit licht ontstoken en achteruit het heklicht.
Ankerspil.
Op onze oorlogsschepen worden de ankers gelicht
met de daarvoor bestemde draaispillen op den bak, Misschien is
er nog een enkel heel oud en heel klein scheepje, dat een pompspil
heeft, een hefboomwerktuig, dat wel iets heeft van een handbrandspuit,
met dit belangrijke verschil echter, dat er geen water
uitkomt, doch dat men er den ankerketting schalm na schalm, bij
elken op- en neergang, mee binnenboord haalt en het anker voor het kluisgat brengt.
Apentafel.
De ankerspillen (op de grootere schepen staan er twee op den bak) hebben nog vrijwel
denzelfden vorm als de oude hand-draaispillen op de zeilschepen en kunnen desnoods ook
nu nog met windboomen bediend worden. Uiteraard zijn zij tegenwoordig
ingericht met een ankermachine, die via het spil den
ankerketting en daarmede tevens het anker indraait. Het inhieuwen
van het anker, met mannen aan de windboomen zal tegenwoordig geen gemakkelijke taak zijn.
De ankerketting van de „De Ruyter" weegt „maar" 20.000 kilo en het anker 4000 kg. Overigens
wordt het ankerspil niet alleen gebruikt voor het indraaien van
den ankerketting, doch ook, bij wijze van lier of winch voor het
indraaien van trossen bij het meren en op sommige schepen ook
voor het hijschen van sloepen.
Is het bordes van den standaard voor het peilkompas.
Waarom men dit zoo noemt, ‘blijft een van de vele raadselen van de marineterminologie.
wordt vervolgd..
|


Geen opmerkingen :
Een reactie posten