Marine gewoonten en gebruiken
Naast deze algemeene godsdienstoefening is er sedert 1923 voor
de katholieken aan boord nog gelegenheid de katholieke godsdienstoefeningen
van den vlootaalmoezenier bij te wonen. Uiteraard als er een vlootaalmoezenier aan boord is.
Gewoonlijk is het zoo, dat op reizen van eenigen duur naar het buitenland, om beurten
of de vlootpredikant of de vlootaalmoezenier meegaat. Dit is
niet alleen het geval in Nederland, doch ook in Oost-Indië. En zoo
gebeurde het, dat op Vrijdag 5 Jan. 1923 voor het eerst in de geschiedenis
van onze weermacht ter zee aan boord van een oorlogsschip,
n.l. Hr. Ms. „Zeeland", voor de katholieken het Misoffer
in de hut van den vlootaalmoezenier H. Alink werd opgedragen,
waarbij een officier misdienaar was en eenige katholieke schepelingen aanwezig waren.
In Indië heeft de daar aanwezige vlootaalmoezenier zelfs reizen met een onderzeeboot gemaakt.
Overigens kan worden medegedeeld, dat de regeling der godsdienstige
verzorging aan boord, met wederzijdsche uitwisseling van
vlootpredikant en vlootaalmoezenier tijdens buitenlandsche reizen
en de algemeene godsdienstoefeningen, streven naar het doel, dat
reeds De Ruyter voor oogen hield : „tot stichting van het scheepsyolk".
Denk nu niet, dat de marineman met een uitgestreken gezicht
door het schip stapt. Zijn zeemansvroomheid is van een ander
gehalte dan in het kerkelijk leven aan den wal. Hij staat tegenover
de dingen van den dag en de vraagstukken van het leven gewoonlijk
„zouter", d.i.: realistischer dan de ouderling of de jonge
kapelaan, die zóó van het seminarie komt. Doch hij scheldt minder
op de „papen" of op de „fijnen" dan in sommige kringen van ons volk de gewoonte is.
Toen in 1936 de marine in Indië een eskaderreis
maakte en op een Zondagmorgen in de Alfoeren Zee stoomde,
stopte op een sirene-geloei het eskader in voile zee en bleven de
schepen bijgedraaid liggen. Want er zou kerk gehouden worden.
De groote 35 voets sloep van het eskaderschip, netjes opgetuigd met
statiekleed en zonnetent, trok naar de jagers, de onderzeebooten
en de gouvernementsvaartuigen, die deel uitmaakten van
het eskader. Op de schepen en scheepjes stonden de katholieken
gereed bij den valreep in Zondags-tenue, smetteloos wit met braniekraag, en werden afgehaald voor kerkgang.
Op den bak van het eskaderschip verzamelden zij zich. De kerkwimpel rukte aan den
seinwipper; stilte heerschte er op het groote schip, waar honderden
niet-katholieke marinemannen zich benedendeks of verwijderd van
den bak ophielden om de mis, de preek en de liederen van hun
collega's niet to storen.
Na afloop van de godsdienstoefening werden de kerkgangers per sloep naar hun schepen teruggebracht.
De sirene loeide, vlaggeseinen werden gewisseld, het eskader vervolgde
zijn koers door de tropenzee. Niemand vond het gek en
niemand spotte. Zóó is de marine van dezen tijd !
blz 86 - 87. wordt vervolgd..
|
woensdag 4 december 2013
Marine Gewoonten en Gebruiken 86-87
Abonneren op:
Reacties posten
(
Atom
)
Geen opmerkingen :
Een reactie posten