Data4

gelderland
Krantenberichten :

3 October 1913
Reisplan Hr. Ms. „Gelderland".
Het reisplan van Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland voor een oefeningstocht met de adelborsten van het 1ste studiejaar, is vastgesteld als volgt: Vertrek Nieuwediep 16 October; aankomst Valencia 27 Oct.: vertrek Valencia 5 Nov.; aankomst Messina 14 Nov.; vertrek Messina 22 Nov.; aankomst Algiers 1 Dec; vertrek Algiers 8 of 9 Dec; aankomst Nieuwediep 18 of 19 Dec
14 October 1913
Aan Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland zullen de volgende briefmalen worden verzonden: naar Valencia, van 23 October tot en met 1 November e.k. met den trein van 6.49 _.van Amsterdam naar Antwerpen;
— naar Messina, van 10 tot en met 18 November e.k. met den trein van 7.50 a. van Amsterdam naar Emmerik; naar Algiers, 27, 28 en 29 November, 1, 2, 3 en 4 December e.k. met den trein van 7 uur m, van Amsterdam naar Antwerpen.
Indien belanghebbenden hunne brieven en andere stukken in de aan genoemd schip te verzenden brievenmalen wenschen opgenomen te zien, worden zij uitgenoodigd ze voldoende te frankeeren en te voorzien van twee elkaar snijdende lijnen over het geheele adres, loopende van den eenen hoek naar den anderen.
18 October 1913
Het pantserdekschip „Holland" is 30 September uit China te Soerabaja teruggekeerd en wordt aldaar gereed gemaakt voor de terugreis naar Nederland. Einde December wordt het hier verwacht. Hr. Ms. pantserdekschip „Gelderland", onder bevel van den kapitein ter zee L. F. H Tuckermann, is de 13e dezer van Nieuwediep naar zee vertrokken.
23 October 1913
Hr. Ms. Gelderland. — Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland, onder bevel van den kapitein ter zee L. F. H. Tuckermaun, is 20e dezer Kaap Finisterre gepasseerd.
7 November 1913
Hr. Ms. Gelderland — Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland, onder bevel van den kapiteit ter zee L. F. H. Tuckermann, is 5e dezer van Valencia vertrokken.
17 November 1913
De Gelderland en de Kortenaer- Blijkens bij het Departement van Marine ontvangen berichten zijn Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland, onder bevel van den kapitein ter zee L. F. H. Tuckermann, en Hr. Ms. pantserschip Kortenaer, onder bevel van den kapitein ter zee C. Coenen, den 14 dezer resp. te Messina en te Napels aangeboden.
18 November 1913
Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland, onder bevel van den kapitein ter zee L. F. H. Tuckermann is 22 November jl. van Messina vertrokken.
3 December 1913
Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland, onder bevel van den kapitein ter zee L. F. H. Tuckerman, is den 1sten dezer te Algiers aangekomen
13 December 1913
Hr. Ms. pantserdekschip Holland, onder bevel van den kapitein ter zee L. P. H. Tuckermann, is de 11e dezer Gibraltar gepasseerd; Hr. Ms. pantserdekschip Holland, onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee W. H von Leschen, wordt Zaterdagmorgen te Nieuwediep verwacht.
6 Jan 1909
De kapitein ter zee G. P. van Hecking Colenbrander wordt eervol ontheven van het bevel over Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland en hem opgedragen het bevel over Hr. Ms. pantserdekschip Utrecht op zich te nemen. De kapitein ter zee M. W. L. Olivier wordt ontheven van het bevel over Hr. Ms. pantserdekschip Utrecht en hem opgedragen het bevel over Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland op zich te nemen.
28 april 1909
Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland.
- Blijkens bericht, bij het Departement van Marine ontvangen, is Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland, onder bevel van den kapitein ter zee J. B. Snethlage, na op 24 dezer van Curacao te zijn vertrokken ter aanvaarding van de reis naar Nederland, 26 dezer te St.-Thomas aangekomen. De commandant was voornemens onmiddellijk de reis naar Nederland voort te zetten.
11 mei 1909
Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland, onder bevel van den kapitein ter zee J. B. Snethlage, is 7 dezer te Ponta Delgada aangekomen, en Hr. Ms. pantserdekschip Friesland, onder bevel van den kapitein ter zee "W. J. Cohen Stuart, is dienzelfden dag van genoemde haven vertrokken. De commandant van eerstgenoemd pantserdekschip was voornemens, na aanvulling van den kolenvoorraad, onmiddelijk de reis naar Nederland voort te zetten.
14mei 1909
Hr. Ms. Friesland en Gelderland - Blijkens bericht, bij het Dep. van Marine ontvangen, is Hr. Ms. pantserdekschip Friesland, onder bevel van den kapitein ter zee W. J. Cohen Stuart, 12 dezer te Tanger aangekomen, en Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland, onder bevel van den kapitein ter zee J. B. Snethlage, 13 dezer Prawlepoint gepasseerd.
20 juni 1911
De Prins op reis naar Engeland
- Z. K. H. Prins Hendrik is Zondagnamiddag kwart over vieren, vergezeld van zijn beide adjudanten, per auto van Het Loo naar Arnhem gegaan, om van daar per trein de reis naar Rotterdam voort te zetten. Aan het station werd de Prins verwelkomd door den burgemeester, mr. A. R. Zimmerman, den hoofdcommissaris van politie, de heer Roest van Limburg, den waarnemend garnizoenscommandant en den commandant van het detachement mariniers en graaf van Bylandt, die deel uitmaakt van het bijzondere gezantschap.
Tevens was daar aanwezig een lid van het Engelsche gezantschap in Den Haag om den Prins te complimenteeren.
De Prins onderhield zich eenige oogenblikken met deze heeren in de wachtkamer 1ste klasse,waarna hij afscheid nam. Op het oogenblik dat Z. K. H. Prins Hendrik Zondagavond te 7 u. 16 min aan het Maasstation alhier aankwam, werd aan boord van Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland, uit Nieuwediep herwaarts gekomen, en dwars van het Park op stroom aan boei 8 liggende, het eerste saluutschot gelost.
Onder het donderen van het geschut, (er werden in het geheel 33 schoten gelost) reed de Prins langs Oosterkade, Boompjes,Willemsplein, Westerstraat, Park- en Westerlaan naar de aanlegplaats aan de Parkkade. In het voorste rijtuig waren Prins Hendrik en de opperhofmaarschalk van H. M. graaf Van Bylandt, in het tweede rijtuig de adjudanten van den Prins, de kapitein-luitenant ter zee jhr. O Hooft Graafland en majoor jhr. C. L. van Suchtelen van de Haare, gezeten.
Prins Hendrik, die in klein admiraalstenue was, werd bij aankomst aan de Parkkade door honderden met een daverend hoera begroet.
Aan de Parkkade en ook aan den Eerste Katendrechtschendam, aan de overzijde van de rivier, zag het zwart van menschen. Op den aanlegsteiger wachtte de haven-meester, de heer L. J. H. Willinge, Z. K. H. Prins Hendrik en diens gevolg op. Zoodra de Prins in zicht kwam, had de sloepcommandant van de Gelderland, de luitenant ter zee 2e klasse baron Van Aersen Beijeren Voshol, ridder in de Militaire Willemsorde, die Prins Hendrik met zijn gevolg aan den aanlegsteiger met zijn sloep, waaraan de vlag van den Prins wapperde, afhaalde, riemen op ! gecommandeerd en in het hennegat aan het roer plaats genomen.
Zoodra de Prins en zijn gevolg in de sloep hadden plaats genomen, klonk het commando: „Zet af voor, riemen toe," en met forsche slagen ging het recht op de Gelderland aan. Daar aan boord werden de pavoiseervlaggen, die geheschen waren toen Z. K. H. aan het Maasstation aankwam, gestreken, en even later wapperde de vlag van den Prins, waarboven de oranjewimpel, aan de groote mast.
Onder aan den valreep wachtte de eerste officier van de Gelderland, de luitenant ter zee 1e klasse Stok. Z. K. H. op; in het hol op het bordes stond de commandant, de kapitein ter zee J. Albarda.
Boven aan den valreep hadden vier luitenants ter zee 2e klasse post gevat. En terwijl de muziek het Wilhelmus speelde, betrad Prins Hendrik het dek van dezen oorlogsbodem, die hem als vertegenwoordiger van H. M. de Koningin bij de kroningsplechtigheid te Londen naar Engeland zal brengen.
Aan stuurboord op het achterschip van de Gelderland waren de officieren rangsgewijze opgesteld. Dadelijk na de aankomst aan boord inspecteerde Prins Hendrik de bemanning. Er werd met het lichten van het anker aangevangen, 'en even over achten zette het pantserdekschip koers naar zee.
De Prins en de commandant stonden op de brug. Gisterenochtend te 5 uur kon de Gelderland bij het vuurschip vad de Tong zijn, waar een divisie torpedobooten het schip tegemoet zou varen en verder convoyeeren naar de plaats van bestemming, vermoedelijk Scheemes.
Aan boord van de Gelderland is de kajuit van den commandant ter beschikking van Prins Hendrik gesteld. Daar hangt nog het portret van wijlen president Kruger, die met ditzelfde oorlogschip de reis naar Europa heeft gemaakt. Aan boord bevinden zich ook de adelborsten van het oudste studiejaar uit Nieuwediep.
De commandant van de Gelderland heeft vroeger als eerste officier op de Heemskerk met Z. K H. Prins Hendrik een reis naar het Noorden meegemaakt. Tijdens aankomst van den Prins en bij het vertrek van de Gelderland oefenden de stoombooten Havendiens II en 111 en een stoomboot van de rivierpolitie het politietoezicht op de rivier uit.
Onder geleide van vier Engelsche torpedobooten is het Nederlandsche pantserdekschip Gelderland met Prins Hendrik aan boord gisterenochtend om 8.45 te Sheerness aangekomen. jKort daarna ging de Prins, door de matrozen van de Gelderland hartelijk toegejuicht, aan wal, waar hij begroet werd door admiraal Sir Charles Drury, kommandant van de stelling aan de Nore, en generaal Barker.
Een eerewacht bracht den Prins het saluut, De Prins ging, vergezeld van den Nederlandschen gezant, in denzelfden trein als de Duitsche kroonprins en kroonprinses, naar Londen waar hij aan het station werd opgewacht door personeel van het Nederlandsche gezantschap en een aantal vorstelijke personen.
19 December 1913
Hr.Ms. pantserdekschip Gelderland, onder bevel van den kapitein ter* zee J. F. H. Tuckermann, is 18 dezer te Nieuwediep teruggekeerd
27april 1915
Ingevolge besluit van 24 dezer :
1e. wordt Hr. Ma pantserdekschip Zeeland, thans aangewezen voor buitenlandschen dienst, op een door den minister van marine vast te stellen datum in dienst opgelegd;
2e. is met den sub 1c. bedoelden datum :
a. de luitenant ter zee late klasse v. E. Keus eervol ontheven van de tijdelijke waarneming van het bevel over Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland;
b. de kapitein ter zee F. C. W. Moorrees eervol ontheven van het bevel over Hr Ms. pantserdekschip Zeeland;
c. de kapitein ter zee H. W. G. van Bleyswijk Rieu eervol ontheven van de betrekking van inspecteur der marine artillerie en hem opgedragen het bevel over Hr. Ms. pantserdekaehip Gelderland;
d. de waarneming van de betrekking van inspecteur der marine-artillerie, tijdelijk opgedragen aan den kapitein-luitenant ter zee C. T. Steffelaar.
Bij beschikking van den minister van marine zijn de volgende plaatsingen enz. gelast :
luitenant ter zee lste klasse C. Aronstein geplaatst in de directie der marine te Willemsoord;
luitenant ter zee lste klasse J. C. Tollenaar geplaatst aan boord Hr. Ms. Gelderland;
luitenant ter zee 2e klasse F. A. Gastmann,
J. E. Meijer Banneft,
O. T. Bolman.
H. Nieuwenhuis en W. A. de Jong;
adelborst lste klasse Koninklijke Marine-reserve A. Heaalne,
officier van gezondheid lste klasse J. J. Louwerse;
officier van administratie 2de klasse A. J. Teljer:
officieren-machinist 2de klasse J. Zeilstra en D. W. Classen, allen geplaatst aan boord Hr. Ms. Gelderland:
luitenant ter zee 2ds klasse B. Kwast geplaatst aan boord wachtschip te Willemsoord;
officier van administratie lste klasse W. H. C. ten Brummeler, dienende aan boord Hr. Ms wachtschip te Willemsoord, gesteld ter beschikking:
officier van administratie lste klasse C. Mathol geplaatst aan boord wachtschip te Willemsoord:
officier van administratie 3e klasse v. W. Gesink geplaatst aan boord Hr Ms. van Speyk.
7 Maart 1902
De „Gelderland."
Wij lezen in het Soerabaja Handelsblad : Het pantserdekschip Gelderland is aan het kolen laden en vertrekt, zooals wij reeds mededeelden, Woensdag naar Batavia om een transport schepelingen af te halen, aangebracht per stoomschip Regentes der Stoomvaart Mij. Nederland, en om tevens tegenwoordig te zijn bij de ontvangst van den nieuwen vlootvoogd, schout bij nacht A. P. Tadema, die eveneens met bovengenoemden mailstoomer in Indië aankomt.
11 October 1902
De Java-Bode schrijft:
Den 11en October werd ons uit het Soerabaja Handelsblad geseind dat het pantserdekschip Gelderland eerst naar Batavia zou opkomen om daarna, samen met het flottieljevaartuig Mataram, naar de Zuidkust van Flores te stoomen tot het ondernemen van een tuchtigings-expeditie. Wij begrepen al niet wat eerstgenoemd schip vooraf te Batavia zou te maken hebben en dit bericht is ons dan ook onjuist gebleken.
Uit Soerabaja wordt ons geschreven dat beide schepen werkelijk zijn aangewezen om de weerbarstige kampongs aan de Endehbaai te gaan tuchtigen'.' Dé Mataram zou eenige dagen eerder vertrekken' om voor Laboean Hadji, ter' Oostkust van Lombok, vlag- en machtsvertoon té maken.
Hare landings-divisie, sterk 30 man onder den luitenant ter zee 2e klasse N. Maats, moet zich daar even aan den wal vertoonen.
Daarna moet de commandant van dit schip, de luitenant ter zee Ie klasse J. J. Rambonnet, zich stellen onder de bevelen van den commandant der Gelderland, den kapitein ter zee jhr. J. F. Coertzen de Koek, om samen naar Endeh te stoomen, ten einde, in overleg met den resident van Timor en onderhoorigheden, de orde te herstellen.
De landingsdivisie van dit schip is 120 man sterk, onder bevel van den luitenant ter zee 1e klasse R. J. Castendijk. Het commando over de beide landingsdivisiën samen wordt gevoerd door den commandant der Mataram.
Men verwacht dat de tocht naar de baai van Endeh niet meer dan 8 a 10 dagen zal vorderen. Daarna eerst zou de Gelderland naar Tandjong Priok opkomen om kolen te laden en van die gelegenheid gebruik worden gemaakt om gevechts-schietoefeningen te houden in de Duizend-Eilanden.
14 October 2002
Uit Soerabaja werd Vrijdag den 14en October aan het „Bat. Nieuwsbld." geseind : „De Mataram" is gisterenavond naar Laboean Hadji vertrokken. De landingsdivisie zal daar tochten maken voor machtsvertoon. De Gelderland" gaat vermoedelijk Maandag derwaarts en van daar met de „Mataram naar Endeih. Den commandant van de „Mataram" zal dan ihet comlmiando over de gecombineerde landingsdivisies worden opgedragen. Djambi.
Onder dagteekening van 12 October is van den resident van Palembang het volgend telegram ontvangen: Bij achtervolging bende Raden Pamoek in Boveo-Pidjoean viel ons twee dooden, drie voorlaadgeweren en veel munitie in handen; overvalling mislukte' door geschreeuw' contractkoelies.
Raden Mat Tahir, bij wien Pangeran Ratoe zich aansloot, houdt zich met bende schuil in gebied Batang Hari tusschen Pinang Kadan en Kaos, waar hij door eenige patrouilles wordt nagezet. Een dezer, onder-luitenant Ockerse, trof blijkbaar een ijlings verlaten schuilplaats van Pangeran Ratoe aan en vond daar een voorlaadgeweer, blanke wapens en munitie, zoomede attila een revolver, dien door Abdoellalhi Yoesoef geschonken waren.
23 october 1902
Het Nieuws van de Dag voor Nederlandsch Indie
De Ned. Indische Vloot. De Soerabaja courant.deelt mede : Aan den Oedjong en voornameijk op het Marine- Etablissement heerscht een groote drukte; ter reede liggen de kruisers Noordbrabant, welk schip verschillende proeftochten buiten het Oostervaarwater zal houden, en de Zeeland, die naar de Duizend eilanden vertrekt tot het houden van schietoefeningen.
De Gelderland ligt kolen te laden, na in het 5000 tons dok te zijn opgenomen geweest voor schoonmaken en schilderen, de Utrecht moet eenige reparatien ondergaan, de Koningin Wilhelmina wordt weder verder gereed gemaakt voor den dienst; het flottieljevaartuig Koetei dat van Atjeh gekomen is met een mankement aan de machine zal buiten dienst worden gesteld.
De hekwielstoomer Tamiang wordt buiten dienst gesteld en het pantserdekschip Piet Hein is juist aangekomen ten einde gereed te worden gemaakt de reis naar Holland. Het gouvernementsschip Havik staat in het 1400 tons dok. Dat het personeel van het etablissement het met al die schepen zeer volhandig heeft, spreekt wel vanzelf !
3 October 1902
Onze vloot.
Hr. Ms. pantserdekschip „Wilhelmina" zal spoedig het drooge dok weder verlaten; de herstelling aan de schroefaskokers is verricht, en worden de assen buiten boord, die van een bekleeding van mastiek waren voorzien, nu bedekt met lood. Zoodra het dok vrij is wordt de Gelderland alhier verwacht en daarna de Zeeland. We lezen dit bericht in de Soerabaja. Crt. Na de Zeeland komt dan vermoedelijk de Wilhelmina weer aan de beurt. Zoo ga je maar door.

Geen opmerkingen :