maandag 18 maart 2019

Oefentocht 8

416
OEFENINGSTOCHT VAN HR. MS. „GELDERLAND".

daarbij de door ons aangeschafte electrische fan, welke bij de Amerikaansche marine voor elke hut verstrekt wordt, uitnemende diensten. Van de „Cecile" kregen wij slechts een oppervlakkigen indruk, toch merkten wij natuurlijk dadelijk op, dat bij haar de spuipijpen tot de waterlijn waren doorgetrokken en het scheeps- boord daardoor zonder vuile vlakken en strepen was, 't welk bij witte schepen direct 't uiterlijk aanzien schaadt. Eveneens leek ons zeer practisch toe een petroleummotor aan dek voor de dynamo's, waardoor de „Cecile" ter reede vertoeven kon zonder stoom in een der ketels. Zij had hiervoor 50 ton petroleum aan boord.

Het machinekamer-personeel daar aan boord telde totaal 132 personen, waarvan 18 serg. majoor-stokers en 23 ser- geant-stokers, verder waren daar 4 officieren-machinist, waarvan een chef van de machinekamer en drie officieren-machinist chefs der wachten in de machinekamer.

Ëenige dagen voor het in het dok gaan der „Gelderland" moest zij in de nabijheid van 't etablissement meeren, opdat er eenige opmetingen verricht konden worden in verband met het plaatsen der stutten. Hiertoe werd achter het fort St. Louis gemeerd, alwaar ook de drie Spaansche oorlogsscheepjes lagen, welke wij reeds bij ons vorig bezoek hier opgemerkt hadden.

Den '23en gingen wij in het dok en het dokken ging zeer nauwgezet. Een duiker overtuigde zich van den stand der stapel blokken, nadat het dok zoover leeg gepompt was dat de „Gelderland" de blokken juist raakte, zette daarna de kimstutten en later de stutten onder 't oploopende gedeelte der kiel véér en achter.

Natuurlijk dat zulks lang ophield, doch de zuigpompen van 't dok hadden een groote capaciteit, jammer echter, dat tijdens het leegpompen 't schip niet schoon gemaakt kon worden, daar het water niet verontreinigd mocht worden uit vrees "(wij vernamen dat men voor onklaar loopen der pompen bezig is die pompen door centrifugalen te vervangen).

Toen het dok eindelijk geheel leeg was, kon men den om- vang der noodige reparaties overzien. Bij nader onderzoek bleek, dat aan stuurboordzijde verscheidene bouten, welke de flens van den schroefaskoker aan de huid bevestigen, gebroken waren, dat eveneens aan B.B.zijde, doch daar aan de voorzijde der flens eenige bouten gebroken waren en dat, toen de schietkatoen- bergplaats schoongemaakt werd, er meerdere bouten losraakten door de aanraking met den bezem.

In 't geheel hadden wij toen aan stuurboord 16, aan B.B. 7 gebroken bouten, waar gedurende het aanbrengen der nieuwe bouten nog eenige bij kwamen. Aan S.B.zijde was de flens van den schroefaskoker ± 1 CM. afgeweken over ongeveer 11/2 M. lengte en werd tusschen flens en huid een kies ter opvulling geplaatst.

Aan BB zijde was te voren reeds geconstateerd dat waarschijnlijk het gat in de huid voor den schroefaskoker wat te groot genomen was, aangezien men daar een mes er tusschen kon krijgen en mede water binnen ge- komen was. De bouten welke bezweken waren, hadden alle een breuk op de afscheiding van huid en flens, hetwelk mogelijk-

Wordt voorgezet

Geen opmerkingen :