OEFENINGSTOCHT VAN HR. MS. *GELDERLAND".
411
- societeit na een hartelijken welkomstgroet de eerewijn aangeboden. Door middel der courant was de bevolking medegedeeld, dat er Zondags gelegenheid was op den voormiddag het schip te zien, waarvan door meer dan duizend menschen gebruik werd gemaakt. Van half twaalf tot half twee waren de sloepen in de vaart om de bezoekers wederom terug naar den marino- steiger te brengen. Bovendien hadden vele tentbooten en korialen (lange, smalle prauwen, die aan een giek doen denken) ook steeds bezoekers af en aangebracht.
Een Amerikaanseh oorlogsschip, de „Wilmington", was niet lang geleden voor de stad geweest, en had een dag vastgesteld voor bezoekers, waardoor het ontzag, dat het stationsschip steeds ingeboezemd had, veel verminderd was. Gelukkig voor ons prestige echter zagen zij toen een schip met nog meer schoorsteenen, nog meer zoeklichten, nog meer en langere kanonnen en nog meer menschen aan boord. Met omzichtigheid moest met onze bezoekers omgegaan wor- den ; velen toch raakten geheel de kluts en den weg naar dek kwijt en moesten op hun gemak gesteld worden, daar ettelijken door het geraas der te werk staande hulpwerktuigen beneden, beangstigd geworden waren.
In den namiddag was in den societeitstuin op een zeer ge- schikten dansvloer, gelegenheid tot dansen voor kinderen van 7—11 jaar, later op den dag voor die van 11—16 jaar en zoo werd langzamerhand bij het later worden ook de gelegenheid tot dansen voor meer ouderen opengesteld en begon voor ons en de officieren der „Suriname", die voor 't laatst aan den wal waren, te 10u wederom een zeer geanimeerd bal, dat zooals gewoonlijk laat in den nacht eindigde. Den Ie Mei was 't marinestation Suriname opgeheven en voorloopig met het station Curaçao vereenigd, daarom vertrok op dien datum 's morgens te 7 uur Hr. Ms. „Suriname", welke na op St. Thomas gedokt te hebben, naar 't moederland zou terugkeeren.
Door allen die iets voor de kolonie voelden, werd dit feit diep betreurd, ook met het oog op het ontzag dat de marine aldaar steeds ingeboezemd had, en wel voornamelijk bij de zoo talrijke vreemde elementen op de verschillende plantages.
Algemeen sprak men de hoop uit dat van dezen stap mettertijd teruggekomen zou worden, vooral nu de laatste jaren de kolonie in bloei toeneemt en hare welvaart geheel afhankelijk is van eene snelle toename der 'bevolking, die men slechts door emi- gratie van Indische werkkrachten kan verkrijgen.
Vele planters en inwoners. hebben met groot genoegen den invoer van Javaansche arbeiders begroet. Zij vertelden ons dat velen hun- ner op den duur liever Javanen dan Hindoe's zagen verschijnen en wel omdat 10. de Javanen minder spaarzaam zijn en zij het geld zoodoende in circulatie houden, terwijl bü elk schip dat naar Britsch-Indië terugkeert met Hindoe's wier contract om is, er: gemiddeld voor 200000 gespaarde gelden aan (West kolonie onttrokken, wordt;
Wordt voortgezet
411
- societeit na een hartelijken welkomstgroet de eerewijn aangeboden. Door middel der courant was de bevolking medegedeeld, dat er Zondags gelegenheid was op den voormiddag het schip te zien, waarvan door meer dan duizend menschen gebruik werd gemaakt. Van half twaalf tot half twee waren de sloepen in de vaart om de bezoekers wederom terug naar den marino- steiger te brengen. Bovendien hadden vele tentbooten en korialen (lange, smalle prauwen, die aan een giek doen denken) ook steeds bezoekers af en aangebracht.
Een Amerikaanseh oorlogsschip, de „Wilmington", was niet lang geleden voor de stad geweest, en had een dag vastgesteld voor bezoekers, waardoor het ontzag, dat het stationsschip steeds ingeboezemd had, veel verminderd was. Gelukkig voor ons prestige echter zagen zij toen een schip met nog meer schoorsteenen, nog meer zoeklichten, nog meer en langere kanonnen en nog meer menschen aan boord. Met omzichtigheid moest met onze bezoekers omgegaan wor- den ; velen toch raakten geheel de kluts en den weg naar dek kwijt en moesten op hun gemak gesteld worden, daar ettelijken door het geraas der te werk staande hulpwerktuigen beneden, beangstigd geworden waren.
In den namiddag was in den societeitstuin op een zeer ge- schikten dansvloer, gelegenheid tot dansen voor kinderen van 7—11 jaar, later op den dag voor die van 11—16 jaar en zoo werd langzamerhand bij het later worden ook de gelegenheid tot dansen voor meer ouderen opengesteld en begon voor ons en de officieren der „Suriname", die voor 't laatst aan den wal waren, te 10u wederom een zeer geanimeerd bal, dat zooals gewoonlijk laat in den nacht eindigde. Den Ie Mei was 't marinestation Suriname opgeheven en voorloopig met het station Curaçao vereenigd, daarom vertrok op dien datum 's morgens te 7 uur Hr. Ms. „Suriname", welke na op St. Thomas gedokt te hebben, naar 't moederland zou terugkeeren.
Door allen die iets voor de kolonie voelden, werd dit feit diep betreurd, ook met het oog op het ontzag dat de marine aldaar steeds ingeboezemd had, en wel voornamelijk bij de zoo talrijke vreemde elementen op de verschillende plantages.
Algemeen sprak men de hoop uit dat van dezen stap mettertijd teruggekomen zou worden, vooral nu de laatste jaren de kolonie in bloei toeneemt en hare welvaart geheel afhankelijk is van eene snelle toename der 'bevolking, die men slechts door emi- gratie van Indische werkkrachten kan verkrijgen.
Vele planters en inwoners. hebben met groot genoegen den invoer van Javaansche arbeiders begroet. Zij vertelden ons dat velen hun- ner op den duur liever Javanen dan Hindoe's zagen verschijnen en wel omdat 10. de Javanen minder spaarzaam zijn en zij het geld zoodoende in circulatie houden, terwijl bü elk schip dat naar Britsch-Indië terugkeert met Hindoe's wier contract om is, er: gemiddeld voor 200000 gespaarde gelden aan (West kolonie onttrokken, wordt;
Wordt voortgezet
Geen opmerkingen :
Een reactie posten