OEFENINGSTOCHT VAN HR MS. „GELDERLAND"
415
van dien dag bij de ronde gemerkt werd, dat zich ook water bevond in de ruimte rond BB schroefaskoker, doch nu vóór 't w.d. schot der schietkatoenbergplaats. Dit water werd ver-wijderd en 't binnenkomende water in die cel kon men daar met putsen verwerken. Den 11" Mei DW werd Barbados in 't zicht geloopen en einde van den VM van dien dag peiling van St.Lucia gekregen. Op den AM werd de Z. en W. kust van St. Lucia langsge-loopen en op de PV te 6u15 ter reede van Fort de France op Martinique geankerd.
Den volgenden morgen werden zoo spoedig mogelijk de noodige besprekingen gehouden om in 't dok opgenomen te kunnen worden, echter was hierbij de fortuin niet gunstig, daar er juist een schip in het dok stond en het dok daarna besproken was voor een mailboot, welke reeds ingeschreven was en boven-dien volgens de reglementen den voorrang had, even als elk Fransch oorlogsschip. Ook ging veel tijd verloren, doordat bij dat verwisselen van schepen steeds stapelblokken veranderd moesten worden.
Door dit alles te zamen kon de »Gelderland" eerst den 25" Mei in het dok, doch door de tusschenkomst van den gouverneur, die permissie gaf, dat men de beide Pinksterdagen in 't dok werkte, werd het in 't dok gaan vervroegd tot den 23e mei. Maandag 25 Mei, toen de »GELDERLAND" nog ter reede lag, ankerde op den AM de Fransche kruiser ,,Cecile" nabij ons.
Aan boord der „Cecile" woei de vlag van den Schout-bij-nacht, Commandant van het Transatlantische eskader, welke vlag bij 't ter reede komen der »Cecile" gesalueerd werd en welk saluut onmiddellijk werd beantwoord. Na, het wisselen der officieele be-zoeken werden ook longroomvisites gemaakt, waar, bij een dier gelegenheden, wij wederom 't medelijden van onze buitenlandsche collega's opwekten, door onze warme, onpractische tropische kleeding.
Hunne wellevendheid belette, dat onze witte petten hun lachlust opwekten, slechts zeide een hunner : mais ga n'est pas de l'uniforme, n'est-ce pas? en toch was genoemde pet geheel model. Gedurende ons verblijf te Fort de France zagen wij elkaar nog al eens; zoo hadden wij gezamenlijk een pic-nic naar een zeer mooi dal op ongeveer 2u afstand, voor latere bezoekers ten zeerste aanbevolen, n.l. naar de fontaines de Didier, wat een wandeling is met op 't laatste gedeelte prachtige gezichten.
Voor een fietstocht is dit minder aanbevelenswaardig dan op andere gedeelten. Eenigen tijd na de kennismaking met de officieren der „Cecile" kregen wij eene invitatie voor een diner daar aan boord, hetwelk zeer gezellig en opgewekt was. Daar de officieren reeds wisten, dat wij geen witte uniform hadden en in de zoo beruchte »planken jas" zouden verschijnen, hadden onze gastheeren voor ieder een witte jas gereed gelegd, waardoor 't genot van 't samenzijn nog meer verhoogd werd. Eenige dagen later hadden wij het genoegen onze gastheeren bij ons aan tafel te zien en verleende-
Wordt voortgezet
415
van dien dag bij de ronde gemerkt werd, dat zich ook water bevond in de ruimte rond BB schroefaskoker, doch nu vóór 't w.d. schot der schietkatoenbergplaats. Dit water werd ver-wijderd en 't binnenkomende water in die cel kon men daar met putsen verwerken. Den 11" Mei DW werd Barbados in 't zicht geloopen en einde van den VM van dien dag peiling van St.Lucia gekregen. Op den AM werd de Z. en W. kust van St. Lucia langsge-loopen en op de PV te 6u15 ter reede van Fort de France op Martinique geankerd.
Den volgenden morgen werden zoo spoedig mogelijk de noodige besprekingen gehouden om in 't dok opgenomen te kunnen worden, echter was hierbij de fortuin niet gunstig, daar er juist een schip in het dok stond en het dok daarna besproken was voor een mailboot, welke reeds ingeschreven was en boven-dien volgens de reglementen den voorrang had, even als elk Fransch oorlogsschip. Ook ging veel tijd verloren, doordat bij dat verwisselen van schepen steeds stapelblokken veranderd moesten worden.
Door dit alles te zamen kon de »Gelderland" eerst den 25" Mei in het dok, doch door de tusschenkomst van den gouverneur, die permissie gaf, dat men de beide Pinksterdagen in 't dok werkte, werd het in 't dok gaan vervroegd tot den 23e mei. Maandag 25 Mei, toen de »GELDERLAND" nog ter reede lag, ankerde op den AM de Fransche kruiser ,,Cecile" nabij ons.
Aan boord der „Cecile" woei de vlag van den Schout-bij-nacht, Commandant van het Transatlantische eskader, welke vlag bij 't ter reede komen der »Cecile" gesalueerd werd en welk saluut onmiddellijk werd beantwoord. Na, het wisselen der officieele be-zoeken werden ook longroomvisites gemaakt, waar, bij een dier gelegenheden, wij wederom 't medelijden van onze buitenlandsche collega's opwekten, door onze warme, onpractische tropische kleeding.
Hunne wellevendheid belette, dat onze witte petten hun lachlust opwekten, slechts zeide een hunner : mais ga n'est pas de l'uniforme, n'est-ce pas? en toch was genoemde pet geheel model. Gedurende ons verblijf te Fort de France zagen wij elkaar nog al eens; zoo hadden wij gezamenlijk een pic-nic naar een zeer mooi dal op ongeveer 2u afstand, voor latere bezoekers ten zeerste aanbevolen, n.l. naar de fontaines de Didier, wat een wandeling is met op 't laatste gedeelte prachtige gezichten.
Voor een fietstocht is dit minder aanbevelenswaardig dan op andere gedeelten. Eenigen tijd na de kennismaking met de officieren der „Cecile" kregen wij eene invitatie voor een diner daar aan boord, hetwelk zeer gezellig en opgewekt was. Daar de officieren reeds wisten, dat wij geen witte uniform hadden en in de zoo beruchte »planken jas" zouden verschijnen, hadden onze gastheeren voor ieder een witte jas gereed gelegd, waardoor 't genot van 't samenzijn nog meer verhoogd werd. Eenige dagen later hadden wij het genoegen onze gastheeren bij ons aan tafel te zien en verleende-
Wordt voortgezet
Geen opmerkingen :
Een reactie posten