blz 72 - 73
vervolg van blz 72
Om den riem van het geweer te nemen, wordt eerst de dubbele knoop
er afgedaan, en daarna de riem verwijderd.
Om den bovenband af te nemen, wordt de schroef losgedraaid en
uitgenomen en de band naar voren afgeschoven.
Om den onderband af te nemen, wordt de geweerriem (wanneer deze
niet is afgenomen) eerst verlengd, daarna de bandveer ingedrukt
en de band naar voren afgeschoven.
Het afnemen en plaatsen der banden moet voorzichtig geschieden om
vizierkorrel, lade of handbeschermer niet te beschadigen, bij
klemming der banden worden banddrijver en houten hamer gebruikt.
Bij gebruik dezer hulpmiddelen moet beurtelings aan loop-en
ladezijde voorzichtig gewerkt worden.
Bij het plaatsen van den onderband wordt de zijde, gemerkt B 0,
naar boven geplaatst.
Om den handbeschermer af te nemen wordt de vizierklep
opgericht, daarna wordt de handbeschermer naar voren
geschoven of indien hij klemt, met den houten hamer naar voren
gedreven, de handbeschermer wordt, wanneer hij los is. opgelicht,
1 /4 slag gedraaid en over de vizierklep verwijderd ; daarna
wordt de vizierklep met naar binnen gedrukten vizierarm weder
nedergelegd (niet geslagen).
Afnemen van de lade.
Den loop uit de lade nemen. Klemt de loop in de lade, zoo wordt
met de rechterhand zacht op de versterking geslagen, daarbij de
tromp steunende op een zacht voorwerp, en wordt met de linkerhand
de loop opgevangen.
Aandraaien der schroeven.
De schroeven worden goed aangedraaid ; er moet gezorgd worden,
dat zulks bij het schieten vooral het geval is met de magazijn en
kruisschroef, daar het niet goed aangedraaid zijn van deze
schroeven niet alleen invloed uitoefent op de schietuitkomsten,
maar tevens het breken dezer schroeven ten gevolge kan hebben.
Onderhoud van het geweer.
Het onderhoud van het geweer moet zich, behoudens het reinigen en
invetten van het inwendige van den loop, bepalen tot het
verwijderen van stof, pat, vuil en geringen roest; meer dat
geringe roest moet door een geschutmaker worden weggenomen; het
gebruik van amaril of fijn gewreven gebrande blauwe steen is verboden.
Schuren, poleeren of blankmaken van
onderdeelen is streng verboden: de blanke onderdeelen worden,
na te zijn drooggewreven, ingesmeerd met den vetlap, terwijl op
de wrijvende delen een weinig oleonaphta wordt gebracht.
Geblauwde, gekleurde of gegrijsde onderdeelen mogen
nimmer gepoetst worden; deze moeten worden behandeld
als hierboven voor de blanke is aangegeven.
Ten einde buiging te voorkomen moeten de loop en de kling van de
bajonet bij het schoonmaken altijd plat op een bank, tafel of
eenig ander voorwerp worden gelegd.
Ter voorkoming van beschadiging van de vizierinsnijdingen en van
den arm der vizierklep, mag deze laatste nimmer worden
neergeslagen.
Het ontspannen van de slagveer moet, indien er zich geen patroon
in de kamer bevindt, voorzichtig en geleidelijk geschieden door
den haan met den rechterduim aan den haanpalvleugel tegen te houden.
Wanneer de geweren voor exercitie of om andere redenen in handen
zijn geweest, moeten zij, alvorens op de rakken te worden
geplaatst, worden afgeveegd en met een vettigen lap worden behandeld.
Zijn de geweren tijdens de exercitie als anderszins nat geworden,
dan moeten zij voor het onderhoud worden uiteengenomen.
Men wake bij het ineenzetten met zorg geene onderdeelen van
verschillende geweren te verwisselen.
Het verwijderen van het zich in den loop bevindend mengsel van
wischolie, kruitslijm, vuil en roest moet geschieden met van den
pompstok, voorzien van gehekeld vlas of lapje.
Het is ten
strengste verboden den pompstok (invetstok) voortdurend op en
neer te bewegen, aangezien dit geheel overbodig is en op den
duur eene uitslijting zoude doen ontstaan, waarvan slechte
schietuitkomsten het gevolg zijn.
Het kruitslijm van het rookzwakke kruit doet het staal roesten
Het moet dus na een schietoefening of worden verwijderd door
schoonmaken of worden onschadelijk gemaakt door invetten met wischolie.
Is het kruitslijm namelijk met wischolie in aanraking
gekomen, dan werkt het niet meer op het staal in.
Het invetten van den loop moet geschieden door het eenmaal
geheel door- en weder terughalen van den invetstok, waaraan een
met wischolie gedrenkten borstel T/geweerloop is bevestigd.
Bij de behandeling met pompstok en invetstok wordt het geweer met
de kolf op den grond geplaatst in zoodanigen, van de grootte en
armlengte van den man afhankelijken, afstand, dat ze gemakkelijk
ingebracht en uitgehaald kunnen worden.
vervolg op blz 74 - 75 in de rechterkolom
|
blz 74 - 75
vervolg van blz 73
Bij schietoefeningen moet de loop dadelijk na het laatste schot
ingevet worden, welk invetten bij terugkomst aan boord of in de
kazerne wordt herhaald.
Bij gezamenlijke schietoefeningen met scherpe of losse patronen
moet dit invetten zoo spoedig mogelijk na beeindiging der
oefening on het terrein geschieden.
Er moet op gelet worden, dat de borstel T/geweerloop niet te zeer
afgesleten is, omdat daardoor het inwendige van den loop
onvoldoende zoude worden ingevet.
Uitsluitend te velde, wanneer het medenemen van pompstok
en invetstok niet mogelijk is, wordt voor het onderhoud van den
geweerloop per geweerdragende een pompkoord verstrekt, hetwelk
wordt geborgen in de vetdoos, waarin ook vaseline geborgen is.
Het onderhoud van het inwendige van den loop bestaat dan in het
invetten met behulp van dit koord, hetwelk men met het messingen
uiteinde door den loop van het geweer, waarvan de grendel is
uitgenomen, laat zakken.
De borstel wordt van was vaseline voorzien en daarna door den
loop gehaald door aan het mg. uiteinde van het pompkoord te trekken.
Deze bewerking wordt, zonder den borstel opnieuw van vaseline te
voorzien, nog eenmaal herhaald, waarna de borstel wordt afgeveegd.
Bij ontstentenis van pompkoorden kan te velde voor het onderhoud
van den geweerloop worden gebruik gemaakt van twee aan elkaar
geschroefde ontlaadstokken, waarop een borstel T/geweerloop is
geschroefd. Het heeft dan plaats op de wijze als voor het
pompkoord aangegeven.
Munitie.
De munitie voor het geweer bestaat uit scherpe, losse, exercitie
en wachtpatronen.
De scherpe patroon heeft een kogel van hard lood met vernikkeld
stalen mantel.
De losse patroon heeft een hollen houten kogel, welke ter
onderscheiding van de scherpe patroon rood gekleurd is. Binnen
den afstand van 10 pas levert deze kogel gevaar voor verwonding op.
Bij de oefening in de lading wordt gebruik gemaakt van
exercitie-patronen, waarvan de houten kogel zwart is gekleurd.
Er moet vooral op gelet worden, dat de kogel zwart is, om
verwisseling met andere patronen tegen te gaan (zijn de kogels
niet meer voldoende zwart, dan behoort hierin te worden
voorzien).
Gedeukte exercitie-patronen mogen niet worden gebruikt.
De patroonhouders bij de exercitie te gebruiken, moeten steeds
roeszvrij en niet verslapt of ingedeukt zijn; zoo noodig moeten
zij met andere, van de schietoefeningen afkomstig, verwisseld worden.
In sommige omstandigheden worden verstrekt scherpe patronen met
verminderde lading, voor wachten en voor gebruik bij militairen
bijstand in tijd van vrede, (wachtpatronen).
Bij het gebruik
dezer patronen moet steeds met standvizier worden gevuurd, zoodat
wanneer op grooteren afstand dan 100 m moet worden gevuurd, het
mikpunt dienovereenkomstig hooger moet gekozen worden. Deze
patronen komen in uitwendige gedaante overeen met de scherpe
patronen, het vooreinde der huls is echter vernikkeld.
Verpakking der patronen.
De patronen worden per 5 stuks verpakt in patroonhouders.
Bij deze verpakking dient men er op te letten, dat de middelste
drie patronen goed met hun bodem achter de achterste groeven
tegen den rug van den houder aansluiten en de beide buitenste met
hun bodemrand voor den bodemrand der binnen liggende patronen komen te liggen.
De gevulde patroonhouders worden per twee stuks, gescheiden door
een kartonnen tusschenschot, verpakt in doozen, kartonnen tot patronen.
De kleur van de etiketten der doozen heeft betrekking op soort
van patroon welke in die doozen verpakt is, en wel :
Etiket kleur van de doos : patronen, scherpe,
geel : patronen, wacht-,
rood : patronen, losse-,
zwart: patronen, exercitie-.
DE SABEL.
Bestaat uit de stalen kling en het zwart geschilderde ijzeren
gevest met esschenhouten greep.
Bij het poetsen van de kling moet deze steeds plat op een bank of
iets dergelijks gelegd worden.
DE KLEWANG.
Deze is van het model als in gebruik bij de marechaussee's v.h N.I. Leger.
vervolg op bladzijde 76
|
maandag 1 mei 2017
Handboek 23
Abonneren op:
Reacties posten
(
Atom
)
Geen opmerkingen :
Een reactie posten