
1 Marine termen 08
Den eersten Zondag na zijn thuisreis, gaf Vandersteng mij het
verslag, dat ik hierboven heb laten afdrukken. Een simpel verslag
zonder emotioneele gebeurtenissen, waarin echter een groot aantal marinetermen voorkomen.
Met Vandersteng had ik dan ook afgesproken,
dat we moesten probeeren de thans nog in gebruik zijnde
marinetermen te verzamelen en in een boekje vast te leggen.
Wie de uitdrukkingen in het reisverslag van Vandersteng vertalen
wil, kan dus zijn hart ophalen.
Misschien zullen er zijn, die
teleurgesteld de opgaaf van marinetermen doorbladeren, omdat ze
er geen onzinnig brabbeltaaltje in tegen komen. Maar wat wil men
dan ? De marineman is een doodgewoon Nederlander. Er zijn
Groningers bij de marine en Friezen, Limburgers en Brabanders,
Hollanders en Zeeuwen. Men ontmoet er Amsterdammers en
Hagenaars, Rotterdammers, Arnhemmers en lieden uit Het
Sticht... kortom Nederlanders.
De taal, die aan boord gesproken
wordt, is echter veel minder dialectisch dan sommige schrijvers ons
willen wijs maken. Als een Hagenaar, Leienaar, Rotterdammer of
Amsterdammer — vooral deze laatste — halsstarrig in zijn plaatselijk
dialect blijft spreken, dan wordt hij bij de marine niet bij zijn
naam genoemd, doch naar zijn plaatsnaam aangesproken, bespot of... uitgescholden.
Een dwaas taaltje, dat men zoo graag als
„matrozentaal" in boeken en verhaaltjes gebruikt, spreekt men bij
de marine niet en men spreekt er niet onbeschaafder, men struikelt
over vreemde woorden niet harder en men verminkt er onze schoone
moedertaal niet erger, dan in „doorsnee" Nederland.
Zooals met onze taal in 't algemeen het geval is, veranderen en
verouderen ook tal van marine-uitdrukkingen en komen er nieuwe
bij. Niet opgenomen zijn spreekwoorden en zegswijzen, die in
woordenboeken nog te vinden zijn en soms in het algemeen spraakgebruik
voorkomen; b.v : Hij zit aan den grond : verkeert in moeilijke
omstandigheden. In zee gaan : een taak, een werk beginnen. Aftakelen : achteruitgaan enz. enz.
Deze en soortgelijke uitdrukkingen zijn weliswaar aan het zeewezen
ontleend (de grens tusschen: aan het zeewezen ontleend en
marineterm is niet altijd even duidelijk te trekken), doch ze zijn
bovendien zoozeer gemeengoed geworden in onze taal, dat men
moeilijk van marinetermen of zeemansuitdrukkingen kan blijven
spreken. Alleen als sommige woorden, uitdrukkingen, zegswijzen
e.d. nog aan boord gebruikt worden als een deel van het werk, dat
men te verrichten heeft, zijn deze in dit boekje opgenomen.
wordt vervolgd.. |


Geen opmerkingen :
Een reactie posten