blz 44 - 45
RANGEN EN ONDERSCHEIDINGSTEEKENEN.
Onderscheidingsteekenen officieren
|
blz 46 - 47
|
blz 48
OPMERKINGEN :
Op de petklep der vlagofficieren bevinden zich twee rijen, op die der
hoofdofficieren bevindt zich één rij gouden
(zilveren) borduursel van eikenloof.
In groot uniform dragen de officieren een steek in plaats van de
pet en op de jas een staanden met goud (zilver) geborduurden
kraag, epaulettes en broek met gouden (zilveren) galon.
De officieren der mariniers dragen in groot uniform een helm, een
schoudersnoer met kwasten en een oranje sjerp.
Vlagofficieren worden aangesproken met admiraal en schout-bij-nacht.
Officieren met den rang van kapitein ter zee met kolonel.
Officieren met den rang van kapitein-luitenant ter zee met overste.
Officieren met den rang van luitenant ter zee der le, 2e en 3e
kl. met mijnheer, behalve de kapiteins en luitenants der
mariniers, die met kapitein en luitenant en de officieren van
gezondheid, die met dokter worden aangesproken.
Een luitenant ter zee, commandant zijnde, wordt aangesproken met commandant.
De vlootaalmoezeniers en de vlootpredikanten zijn in rang
gelijkgesteld met kapitein-luitenant ter zee en dragen de
rangonderscheidingsteekenen van een kapitein-luitenant ter zee,
met dien verstande, dat het bovenste mouwgalon is van zilver en
zonder krul en dat de tusschenruimte tusschen het bovenste en
middelste galon 15 m.m bedraagt, op de mouwen der overjas en op
de hoeken van den kraag van den mantel (cape) en van de regenjas
drie hoekvormige koordjes, waarvan het bovenste is van zilver,
terwijl de tusschenruimte tusschen het bovenste en middelste
koordje 7.5 m.m bedraagt.
Voor den vlootpredikant zijn de galons gescheiden door zwart
fluweel, voor den vlootaalmoezenier door donkerblauw fluweel.
De vlootaalmoezeniers dragen een collard.
|
blz 49
|
Geen opmerkingen :
Een reactie posten