maandag 1 mei 2017

Handboek 13

logo
blz 44 - 45
RANGEN EN ONDERSCHEIDINGSTEEKENEN.
Onderscheidingsteekenen officieren
blz 44-45
blz 46 - 47
blz 46-47
blz 48
OPMERKINGEN :
Op de petklep der vlagofficieren bevinden zich twee rijen, op die der hoofdofficieren bevindt zich één rij gouden (zilveren) borduursel van eikenloof.
In groot uniform dragen de officieren een steek in plaats van de pet en op de jas een staanden met goud (zilver) geborduurden kraag, epaulettes en broek met gouden (zilveren) galon.
De officieren der mariniers dragen in groot uniform een helm, een schoudersnoer met kwasten en een oranje sjerp.
Vlagofficieren worden aangesproken met admiraal en schout-bij-nacht.
Officieren met den rang van kapitein ter zee met kolonel.
Officieren met den rang van kapitein-luitenant ter zee met overste.
Officieren met den rang van luitenant ter zee der le, 2e en 3e kl. met mijnheer, behalve de kapiteins en luitenants der mariniers, die met kapitein en luitenant en de officieren van gezondheid, die met dokter worden aangesproken.
Een luitenant ter zee, commandant zijnde, wordt aangesproken met commandant.
De vlootaalmoezeniers en de vlootpredikanten zijn in rang gelijkgesteld met kapitein-luitenant ter zee en dragen de rangonderscheidingsteekenen van een kapitein-luitenant ter zee, met dien verstande, dat het bovenste mouwgalon is van zilver en zonder krul en dat de tusschenruimte tusschen het bovenste en middelste galon 15 m.m bedraagt, op de mouwen der overjas en op de hoeken van den kraag van den mantel (cape) en van de regenjas drie hoekvormige koordjes, waarvan het bovenste is van zilver, terwijl de tusschenruimte tusschen het bovenste en middelste koordje 7.5 m.m bedraagt.
Voor den vlootpredikant zijn de galons gescheiden door zwart fluweel, voor den vlootaalmoezenier door donkerblauw fluweel.
De vlootaalmoezeniers dragen een collard.
blz 49
blz 49
Vervolg op bladzijde 50

Geen opmerkingen :