woensdag 28 december 2011

1938 Zeemiliciens worden Pontonniers


Soldatenbrief :
Werklozen kregen als vergoeding nog minder dan de steun.
Er moet nog heel wat in het leger veranderen, wil dit een leger zijn, geschikt voor het beveiligen van Nederland tegenover het aanvallend nazi-fascisme. De feiten hierover moeten in de openbaarheid worden gebracht.
De Zesdaagse
Het is een gure Maandagmorgen en ongeveer halfnegen. Op het station Dordrecht heerst een ongekende bedrijvigheid. Uit de verschillende streken van het land rollen de treinen binnen en brengen tientallen passagiers beladen met pakjes en koffers aan. Herkenningskreten worden geslaakt en vele handen gedrukt. Het zijn de Zeemiliciens van de lichtingen 1927 en '28 die naar aanleiding van de reorganiatie maatregelen der regering t.a.z. vanhet militaire apparaat overgeplaatst zijn bij de Pontonniers en bij dit corps een week herhalingsoefeningen moeten verrichten.
Eigenlijk is het woord „herhalingsoefeningen" hier niet op zijn plaats daar allen voor de eerste maal met dit deel der „Nederlandse weermacht" kennis zullen maken. Dat de post van Pontonnier, vooral in het waterrijke Nederland, een zeer belangrijke is, en de gevaren van een overvalsoorlog van de zijde van het Duitse fascisme niet denkbeeldig zijn, dat alles blijkt later overduidelijk uit de discussie.
Voorlopig wordt daar niet over gesproken hun gedachten zijn thuis bij vrouw en kinderen. Velen, ja zeer velen hebben tot nu toe geen antwoord van „Defensie" ontvangen of zij voor vergoeding in aanmerking komen. En als zij deze week nog bericht krijgen, wat zullen zij dan ontvangen ?
Een belangrijk deel van deze „herhalers is door de werkloosheid getroffen en vragen zich bezorgd af of hun vergoeding wel in overeenstemming zal zijn met hun steunuitkeringen. Hier en daar beluisteren we een stem van vol vertrouwen : „Och, de regering weet toch ook wel, dat er niets meer af kan. Voor hen is het toch ook winter en zij begrijpen toch wel dat hoewel wij er niet zijn de kachel door moet branden ? !"
Wat moeten deze kerels, die nog vol vertrouwen waren. Zaterdags bij het tractement halen teleur gesteld zijn ! Naast de lage vergoeding aan hen die nog in het gelukkige bezit zijn van een betrekking, was er niet één werkloze die zijn volle steunuitkering heeft ontvangen.
Er waren er zelfs die hun steun met f 3 zagen bekort, terwijl niemand voor kolengeld in aanmerking kwam.
Niettemin hebben wij voor deze uitbetaling stram in de houding staande een rede van de corpscommandant Mussert moeten aanhoren waarin hij met „gevoelvolle" woorden de wens uitsprak, dat wij na een week van afwezigheid „ons gezin weer' in volle welstand en gezondheid zouden ontmoeten." Een gezin in volle welstand; met een laag inkomen waarvan je moet sparen in geval vader voor herhaling op moet komen. Een gezin in volle welstand; bij jarenlange werkloosheid met een schamele steunuitkering.
Een gezin in volle welstand; wanneer hierop nog ’ 1 gulden tot 3 gulden gekort wordt. Als men deze bittere pil geslikt heeft, dan vraagt je je af: Is men nu werkelijk van mening, dat men op een dergelijke wijze een geest kweekt in het leger die juist in deze dagen van spanning zo noodzakelijk is ?
EEN VAN DE ZESDAAGSE

Geen opmerkingen :