Data7

gelderland
Krantenberichten :

4 Juli 1907
Blijkens bij het Dep. van Marine ontvangen berichten is Hr. Ms. pantserdekschip „Gelderland", onder bevel van den kapitein ter zee W. D. H. b a r o n van Asbeck, den 3e dezer van New-York vertrokken, ter aanvaarding van den terugreis naar Curacao.
7 Juli 1907
Overzeesche Postverbindingen- De directeur-generaal der posterijen en 'telegraphie maakt bekend, dat elken Dinsdag en elken Vrijdag, hetzij met den trein van 6.32 a. van Amsterdam naar Antwerpen, hetzij met den trein van 7.9 a van Amsterdam naar Vlissingen, eene gesloten brievenmaal wordt gezonden aan Hr. Ms. pantserdekschip „Gelderland" in West-Indië.
Deze brieven malen worden verzonden naar het kantoor te New-York, en door dit kantoor vervolgens, overeenkomstig telegraphische aanwijzing van den commandant der „Gelderland", naar de plaats, waar de bodem verblijf houdt. In de bedoelde brievenmalen worden alleen opgenomen de brieven en andere stukken, welke voldoende zijn gefrankeerd en van de daarvoor vastgestelde aanwijzing (2e elkander snydende lijnen) zijn voorzien.

12 Juli 1907
Blijkens een bij het departement van marine ontvangen bericht is Hr. Ms. pantserdekschip „Gelderland", onder bevel van den kapitein ter zee W. D. H. baron van Asbeck dezer te Curacao aangekomen.

19 Juli 1907
De directeur-generaal der posterijen en te legraphie maakt bekend dat de verzending van de in de ..St.-C't." van 7/8 Juli jl., No. 175, bedoelde brievenmalen aan Hr. Ms. pantserdekschip „Gelderland" gedurende het tijdvak van 19 Juli tot en met 9 Aug. zal worden gestaakt, en met ingang van 13 Augustus zal worden hervat. ' Gedurende genoemd tijdvak zullen de voor Hr. Ms. „Gelderland" bestemde brieven en andere stukken naar Paramaribo worden gezonden.

26 Juli 1907
Is de adelborst der 1e klasse bij de Koninklijke Marine Reserve Luitenant L Stobbe, geplaatst aan boord van Hr. Ms. Gelderland, tot het medemaken eener oefening van zes, achtereenvolgende maanden.

6 Augustus 1907
De Minister van Marine brengt ter kennis dat blijkens een door hem ontvangen telegram Hr. Mr. pantserdekschip „Gelderland" den 5e dezer van Curacao vertrokken is naar Paramaribo.

14 Augustus 1907,
De Minister van Marine brengt ter kennis dat blijkens een door hem ontvangen telegram, Hr. Ms. pantserdekschip „Gelderland", den 11e dezer te Paramaribo is aangekomen.

29 Augustus 1908
AMIGOE DE CURACAO
Weekblad voor de Curacaosche eilanden meld : W. D. H. Baron van Asbeck. — Bij Kon. besluit is : de kapitein ter zee W. D. H. Baron Van Asbeck eervol ontheven van het bevel over Hr. Ms. pantserdekschip „Gelderland" met den datum, waarop hij dat bevel aan zijn opvolger zal overdragen, is het commando over genoemden bodem opgedragen aan den kapitein ter zee G. P. Van Hecking Colenbrander.
't Zal velen met ons spijten, dat juist nu, nu de marine er misschien heet voor komt te staan, Kolonel van Asbeck zijn post moet verlaten om een hoogere te bezetten. Wij hebben ZHEG leeren kennen als een koen zeevaarder en kalm gezagvoerder.
Daarbij, meer dan eens getuigde Kolonel van Asbeck openlijk, de Kolonie Curacao een goed hart toe te dragen en toonde hij de goede eigenschappen der Curacaonaars te kunnen waardeeren, iets wat, jammer genoeg, juist niet van alle marine- officieren gezegd kan worden.
Kolonel van Asbeck telt onder de voorname burgers zeer veel vrienden Wij wenschen hem geluk met de bijzondere onderscheiding hem te beurt gevallen, benoemd te mogen worden tot Directeur van het Koninklijk Instituut van Marine.
De Curacaosche Courier, wees er gisteren op, hoe men in Venezuela gaarne zou willen gelooven, dat de Kolonel gepromoveerd werd om hem te amoveeren en te verwijderen. Men wil daar in deze promotie een bewijs zien, dat Castro gelijk had en de Gelderland de vlag der forten had moeten salueeren.
Zij toonen zich hiermede niet alleen dom, maar nog eigenwijs en stijfhoofdig bovendien, Reeds vóór den beroemden tocht naar La Guaira, of zeker onmiddelijk daarna, was de promotie van den Kolonel hier bekend en staat in ieder geval in niet het minste verband met de Venezolaansche quaestie.
Burgers zeer veel vrienden Wij wenschen hem geluk met de byzondere onderscheiding hem te beurt gevallen, benoemd te mogen worden tot Directeur van het Koninklijk Instituut van Marine.

7 November 1908
AMIGOE DE CURACAO
Weekblad voor de Curacaosche eilanden meld: Dinsdag keerde Hr. Ms. Pantserdekschip Gelderland van Havanna terug. In het dok bleek, dat er meer te repareeren viel dan aanvankelijk gedacht werd. Daarom bleef het schip langer uit dan men vroeger berekend had.

30 December 1909
Herhalingsoefeningen Zeemilitie. Naar aanleiding van het Koninklijk Besluit van 13 Dec. heeft de Minister van Marine bepaald, dat de opkomst van de zeemiliciens met uitzondering van de zeemilicien-kustwachters, zal plaats hebben in twee ploegen, de eene ploeg op 23 Maart en de andere op 27 April a.s..
De zeemilicien-stokers, voor zoover zij bestemd zijn voor den torpedodienst, zullen allen worden ingedeeld bij de eerste ploeg. Indien de zeemiliciens, niet behoorende tot de zeemilicien-stokers voor den torpedodienst of kustwachters, voorkeur mochten hebben voor indeeling bij de eerste of bij de tweede ploeg, behooren zij dit bij ongezegeld verzoekschrift vóór 1 Februari a. s. aan den Minister van Marine kenbaar te maken, onder opgave van de redenen van hunne voorkeur.
Met het door belanghebbenden te kennen gegeven verlangen zal zooveel mogelijk worden rekening gehouden. Na 1 Februari a. s. zal worden beslist, bij welke ploeg elk hunner zal worden ingedeeld, waarvan hun bij openbare kennisgeving zal worden bericht gedaan, onder mededeeling van datum en plaats van 'opkomst. De opkomst van de zeemilicien-kustwachters zal geschieden op een nader bij openbare kennisgeving bekend te maken datum in Aug.

29 October 1913
Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland, onder bevel van den kapitein ter zee L. F. H. Tuckermann, is den 27e dezer te Valencia aangekomen.

11 December 1913
Hr. Ms. pantserdekschip -Gelderland. onder bevel van don kapitein ter zee L. P. H. Tuckermann, is den 8e dezer van Algiers vertrokken.

13 Augustus 1925
VIJF-EN-TWINTIG JAAR GELEDEN.
Op den 6en December kwam Paul Kruger President der Zuid-Afrikaansche Republiek, naar Nederland gereisd op Hr Ms. Pantserdekschip Gelderland. Een buitengewoon geestdriftige ontvangst werd den grijzen stamverwant toebedeeld.
Hij logeerde in het Hotel des Indes, waar hem hij aankomst het lied „Vereenigd Afrika" werd toegezongen, terwijl denzelfden avond, vanuit de opeengepakte menigte voor het Hotel het Transvaalsch Volks lied klonk, en de President, toen hij zich op het balcon vertoonde, een indrukwekkende ovatie had in ontvangst te nemen.
Ook waren hier tegenwoordig de leden, der in April reeds gekomen deputatie, bestaande uit de heeren Fischer, Wolmerans en Wessels. Den 13en December hield Kruger een receptie in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen.
14 Maart 1908
AMIGOE DE CURACAO

Weekblad voor de Curacaosche eilanden meld : Marine.
H. M. pantserdekschip „Utrecht" wordt bestemd om H. M. „Gelderland" als stationsschip in West-lndie te gaan vervangen.

27 Juni 1908
AMIGOE DE CURACAO
Weekblad voor de Curacaosche eilanden meld : De Gelderland. Met vreugde begroetten wij Vrijdagmorgen ons Nederlandsch Oorlogschip weder in onze haven, als een welkomen vriend en machtigen beschermer. Het Curagaosche volk zal oprecht dankbaar ziju jegens Bestuur en Regeering voor het terugroepen van de Gelderland uit Suriname.
De tegenwoordigheid van ons Pantserdekschip kan zeker in onze Zusterkolonie krachtig medewerken om de eer van onze vlag aldaar hoog te houden; aan de ontvangst van den nieuwen Gouverneur zou zeker meerdere luister zijn bijgezet als een Nederlandsch Oorlogsschip Z. Excelentie aan wal had gebracht onder het donderen van het geschut; maar hier in onze eigen Kolonie, in Curacao stonden veel hooger belangen op het spel.
Het gold hier niet de eer onzer vlag hoog te houden, maar deze weer op te heffen en van smetten te zuiveren, opdat ons volk niet als laf en weerloos zou worden gescholden en Nederlands macht veracht en gering geschat.
Hier moet ons Oorlogsschip niet dienen om meerderen luister te schenken aan het Gezag, maar om dat Gezag zelve te handhaven, opdat het niet door andere volken onder den voet worde gehaald en vertrapt worde.
Daarom begroeten wij de Gelderland met vreugde en zijn dankbaar voor haar komst.

4 Juli 1908
AMIGOE DE CURACAO

Weekblad voor de Curacaosche eilanden meld :
De kapitein ter zee G. P. Van Hecking Colenbrander wordt in November a. s commandant van het alsdan in dienst te stellen pantserdekschip Utrecht, dat bestemd is om in West-Indië het pantserdekschip Gelderland af te lossen.
De kolonel Colenbrander was laatstelijk lid der staatscommissie, benoemd bij Kon. Besl. van 3 Augustus 1906 (Stbl. no. 30), die onder voorzitterschap van den oudgouverneur- generaal W. Rooskuoom, voorstellen had te doen om de uitgaven voor de zeemacht in Nederlandsch. Indië naar billijkheid tusschen de Staatsbegrooting en de lndische be grooting te verdeelen. Deze commissie heeft eenige weken geleden haar rapport aan H. M. Koningin aangeboden.

18 Juli 1908
AMIGOE DE CURACAO
Weekblad voor de Curacaosche eilanden meld : Hr. Ms. Pantserdekschip „Gelderland.” is Dinsdag weder uit Aruba in onze haven teruggekeerd en zal Woensdag a. s. op nieuw naar Aruba vertrekken tot het houden van schietoefeningen en het doorkruisen van het vaarwater tusschen Aruba en Curacao.

25 Juli 1908
AMIGOE DE CURACAO
Weekblad voor de Curacaosche eilanden meld :
Woensdagavond vertrok het Pantserdekschip Hr. Ms. „Gelderland” naar Aruba. Donderdagmorgen stoomde de Christiansted het achterna om officieele missiven aan den Kolonel over te brengen. Vrijdagmiddag 12 uur hoeft de „Gelderland" Aruba verlaten en koers gezet naar Puerto Cabello om den Minster-resident, den Heer de Reus hierheen te brengen

8 Augustus 1908
AMIGOE DE CURACAO
Weekblad voor de Curacaosche eilanden meld :
Onverrichter zake is het Pantserdekschip Hr. Ms. Gelderland. Zondag van zijn zending naar La Guaira teruggekeerd. Nederlandsche Consuls bestonden niet meer in Venezuela, daar hun een paar dagen te voren door Pres. Castro het exequátur was ontnomen, en met den Duitschen Gezant Baron von Seckendorpf had het bestuur van Curacao niets uit te staan, die was alleen tijdelijk belast met de zorg voor de belangen der Nederlandsche onderdanen in Venezuela.
Botweg werd aldus den Commandant van H. M. Gelderland geantwoord, toen deze, na de officieele begroeting van den havenmeester in ontvangst genomen te hebben, het doel zijner zending mededeelde. Vruchteloos werd beproefd communicatie met den wal te krijgen; op de minste beweging aan boord werd gelet, en alle verbinding met den wal onmogelijk gemaakt.
Naar ons werd medegedeeld dreven sloepen met gewapende manschappen rondom de Gelderland en stonden de gewapende troepen op de pier, in het fort en achter de kanonnen opgesteld. 's Middags kwam er zelfs een versterking van troepen uit Caracas. Commandant van Asbeck liet den schoorsteen neer, het zonnedek wegnemen, de poorten sluiten, de kanonnen laden en richten, kortom alles in gereedheid brengen voor een mogelijk verweer.
Ofschoon onze Gelderland er maar alleen lag, scheen toch de houding van den Commandant ontzag in te boezemen. Alles bleek maar bangmakerij; de Gelderland bleef rustig liggen en kon kalm vertrekken.
H.J de Reus.
Woensdagmorgen werd Z. H.E.G. door den Gouverneur persoonlijk afgehaald van de quarantaine-inrichting, 's Avonds was er diner ter zijner eere op het Gouvernementshuis, waar Z.H.E.G ook logeerde. Donderdagavond vertrok de Heer de Reus met de Christiansted naar Trinidad, Uitgeleid door H. M. Gelderland, die buitengaats ging liggen om de saluutschoten te lossen en toen weer binnen kwam.

22 Augustus 1908
AMIGOE DE CURACAO
Weekblad voor de Curacaosche eilanden meld : GEEN WOORDEN, MAAR DADEN. zal men hierop misschien willen zeggen. Welnu, laat ons eens zien, welk beantwoorden.
Donderdag, 30 Juli,
bevatte de Staatscourant het volgend bericht : ..Met het oog op de voor elk schip altijd bestaande mogelijkheid, dat het om de een of andere reden voor korten tijd niet voor den dienst beschikbaar wordt, heeft de Regeering het noodig geacht om de scheepsmacht in de Caraïbische Zee, waar thans alleen Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland aanwezig is, met een oorlogsschip te versterken, waarom Hr. Ms. pantserschip Jacob van Heemskerck spoedig derwaarts zal vertrekken."
Uit Nieuwediep seinde men aan Het Vaderland in aansluiting met bovenstaande : - Donderdag is de order gekomen, dat de Heemskerck 11 Augustus naar Venezuela moet vertrekken. Van voorbereidende oorlogsmaatregelen is hier niets bekend.''
De toebereidselen voor een oorlog zijn natuurlijk eerst besproken in Den Haag en worden daarna bekend in Den Helder. En nu lezen wij in de Nederlandsche bladen, dat er Vrijdag, 31 Juli, Ministerraad is geweest over de Venezolaansche quaestie, en dat de Minister van oorlog, Sabron op audiëntie bij de Koningin is geweest.
Verder weten wij uit de Telegrammen, dat de .Minister van Marine zijn vacantie heeft bekort en weder op zijn Departement werkzaam is, alsmede dat de Friesland eind; Augustus naar de Caraïbische zee vertrekt.
De lange conferentie, welke de Minister van Buitenlandsche Zaken met den Amerikaanschen Gezant in Den Haag hield, wijst, in verband met het komen van' de Amerikaansche Scorpion in de Venezolaansche wateren, mede op een bijzondere bedrijvigheid aan het Ministerie.
Ons dunkt, dat het maken en uitzenden van 2 oorlogsschepen, zoodat hier over 3 flinke krachten kan worden beschikt, ons reeds de daden toont, welke wij mogen wachten. De onbehoorlijke, beruchte „Nota" van Venezuela werd volgens den kabel reeds in Den Haag ontvangen, en het antwoord aan Castro is reeds verzonden, maar wordt na ontvangst aldaar eerst door de Hollandsche Regeering openbaar gemaakt.
Zoodra de oorlogsschepen zullen zijn aangekomen, zullen wij nog wel andere daden zien, wie weet reeds hoe spoedig.
Nu dezer dagen de Heer de Reus in Nederland aankomt, kunnen de plannen zoo breed mogelijk worden opgezet. De volgende week kan menig belangrijk bericht ons aangenaam komen verrassen.
Wij maken ons sterk, dat wij hier op Curacao een echt geestdriftig Koninginnefeest zullen vieren, vol dankbaarheid en trots, dat Curacao nog steeds is en vooreerst wel blijven zal een der vele kolonies van het vrije, dappere Nederland, beroemd en benijd om zijn wijze en voorzichtige manier van koloniseeren.
Het uitzenden van oorlogsschepen kost schatten geld, reden waarom misschien andere Naties, die tegenover Venezuela in een dergelijk geval verkeerden als ons Moederland van het zenden van zulke dure oorlogsschepen tot nog toe afzagen, maar Nederland heeft getoond, dit gaarne over te hebben voor Curacao.
Als om strijd sporen de Nederlandsche bladen aan tot een krachtig optreden, met veel meer macht dan vroeger ooit ten toon werd gespreid, de leden zoowel der Tweede als der Eerste Kamer vragen de Regeering met spoed ons ter hulp te komen.
En de regeering zelf, nu zij maar eenmaal op de hoogte is van onzen toestand, toont zich volstrekt niet schraal en schriel, maar met fierheid wordt verklaard, door den Minister, dat men onze nationale eer zal weten hoog te houden.

6 Maart 1906
Hr. Ms. pantserdekschip „Gelderland is van Nieuwediep naar Rotterdam gesleept, om aan de fabriek der „Maatschappij voor Scheeps en Werktuigbouw", te Feijenoord, in reparatie te worden opgenomen. Het schip moet belangrijke voorzieningen" ondergaan aan de ketels, en de stoomwerktuigen.
26 September 1906
Het pantserdekschip „Gelderland" wordt gereed gemaakt, om de „Kortenaer", thans verblijf houdende in West-Indië, te vervangen en zal daartoe ongeveer in Februari 1907 derwaarts vertrekken.
12 Augustus 1908
Reuter seint uit Willemstad:
Als voorbereidende maatregel voor een mogelijke botsing tussen Nederland en Venezuela wordt er te Willemstad een station voor dradelooze telegrafie ingericht. De kruiser Gelderland is gisteren naar het naburige eiland Aruba vertrokken, met geweren en schietvoorraad voor de bewoners, die feitelijk zonder bescherming zijn.
27 Mei 1911
Blijkens een bericht, bij het Depart. van Marine ontvangen, is Hr. Ms. pantserschip Evertsen, onder bevel van den kapitein ter zee H. A. Schoonhoven, 26 dezer van Nieuwediep vertrokken ter aanvaarding van den oefeningstocht in de Noordzee, en is Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland, onder bevel van den kapitein ter zee J. Albarda, op 25e dezer andermaal te Tanger aangekomen, terwijl het in het voornemen lag van den commandant van dien bodem op denzelfden datum weder van daar te vertrekken.
30 Mei 1911
Blijkens berichten, bij het Dep. van Marine ontvangen, is Hr. Ms. pantserschip Evertsen, onder bevel van den kapitein ter zee H. A. Schoonhoven, 28e dezer te Flekkefjord (Zuidelijk Noorwegen) aangekomen en is Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland, in afwijking van het door den commandant van dien bodem, den kapitein ter zee J. Albarda, bij zijn vorig bericht te kennen gegeven voornemen, op 28e dezer van Tanger vertrokken ,en 29 dezer te Gibraltar aangekomen.
1 Juni 1911
Blijkens een bericht,wat bij het Dep. van Marine is ontvangen, is Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland, onder bevel van den kapitein ter zee J. Albarda, 30 Mei te Tanger aangekomen.
20 Juni 1911
Blijkens een bericht wat bij het Dep. van Marine is ontvangen, is : Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland , nadat Z. K. H. de Prins der Nederlanden, Hertog van Mecklenburg, zich aan boord van dien bodem had ingescheept, op 18e dezer onder bevel van den kapitein ter zee J. Albarda van Rotterdam vertrokken en 19e dezer te Port Victoria aangekomen.
23 Juni 1911
Bezoek President Fallières. Hr, Ms. pantserschip Heemskerck keert op 30 Juni a. s. uit Engeland te Nieuwediep terug en zal in Juli naar Amsterdam vertrekken. Het pantserdekschip Gelderland zal tijdens het bezoek van President Fallieres niet naar hier komen.
31 Mei 1913
Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland, onder bevel van den kapitein ter J. P. Guépin, is 28 Mei van Constantinopel vertrokken ter aanvaarding van de thuisreis. Het lag in het voornemen, na ontmoeting van Hr. Ms. pantserschip Kortenaer in de Besika-baai, naar Tunis te stoomen. alwaar vermoedelijk 5 Juni zal worden aangekomen.

21 Juni 1913
Het pantserdekschip Gelderland met als commandant de kapitein-ter-zee J. P. Guepin, is 19 Juni van Constantinopel te Nieuwediep binnengevallen. waarmede werd gevaren, terstond daarop snelde zij met haar 30 mijlsvaart wederom recht door het water in de richting haar van te voren gegeven en ging midden op het doel af !
Ware dit een vijandelijk schip geweest, dan zou dit (natuurlijk bij het geladen zijn der torpedo) reddeloos ten gronde zijn gegaan. Een andere torpedo kreeg eveneens een oogenblikkelijke afwijking door een dikken bos zeewier of iets dergelijks, dat zich op haar baan bevond, maar kwam terstond weer die hindernis te boven, hernam haar aangegeven koers, en bereikte wederom het doel juist in het midden.
Pleit het niet voor de kunde en uitmuntende kennis onzer zeeofficieren, dat van de 8 torpedo's, die werden gelanceerd, 8 het doel bereikten, dat geen enkele miste ? En dan bedenke men daarbij, dat het weder volstrekt niet gunstig was, dat het schip 17 mijlen liep en het doel 800 meter verwijderd was, terwijl op dien afstand het verkeerd richten van één graad een verschil oplevert van 14 meter."

29 April 1909
— Hr. Ms. pantsordekschip Gelderland, onder bevel van den kapitein ter zee J. B. Snelhlage, is, na op 24e dezer van Curacao te zijn vertrokken ter aanvaarding van de reis naar Nederland, den 26e dezer te St. Thomas aangekomen. De commandant was voornemens onmiddellijk de reis naar Nederland voort te zetten.

5 Mei 1909
— Hr. Ms. pantserschip Gelderland, op de terugreis naar Nederland, passeerde 4 Mei de Bermuda-eilanden.

14 Mei 1909
— Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland, van West-Indië naar Nederland, vertrok 8 Mei van Ponta Delgada.

17 Mei 1909
Hr. Ms. pantserschip Gelderland, van West-lndië naar Nederland, passeerde 13 Mei Prawlepoint.

30 Mei 1913
Hr. Ms. pantserschip Kortenaer, onder bevel van den kapitein ter zee JT. Coenen, is den 28e dezer van Smyrna naar Constantinopel vertrokken via Besika-baai, met de bestemming pantserdekschip Gelderland aldaar eerlangs af te lossen.

3 December 1919
Een telepaat op de markt. — Een dezer, dagen gehouden najaarsmarkten was door een telepaat als arbeidsveld uitgekozen vertelt „De Tijd."
Tegen het einde der markt vond hij in een koffiehuis een talrijk aandachtig publiek, bestaande uit boeren en kooplieden.
Eerst gaf de man proeven van bekwaamheid als hypnotiseur. Daarna zou hij toónen een eerste, en geen vierde-rangs telepaat te zijn.
Een aanwezige handelaar vond het heel mooi en wenschte dan een practisch gevolg te zien. Hij had van een ander, ook aanwezig, nog fl 25; te vorderen. Hij verzocht den telepaat schriftelijk uit de portefeuille van een der aanwezigen een zeker bedrag, te. nemen en dit te overhandigen aan den man, wien het toekwam.
De telepaat nam het aanbod aan. Koopman en hij werden aan elkander verbonden aan den polsen door een koperdraadje. Daarna aanvaarde beiden een tocht door het publiek.
De ware schuldenaar werd gevonden en hem werd de portefeuille uit den zak gehaald. De telepaat opende haar, zocht onder den dikken hoop bankbiljetten, haalde er een geel briefje uit en reikte dit aan den schuldeischer over !

Geen opmerkingen :