Marine Departement 1905 - Benoemingen en mutatie's Overplaatsingen :
van Hr. Ms. Utrecht, naar Hr. Ms. de Ruijter :
de luitenant ter zee der tweede klasse
J, T. C. van Schreven, en de adelborst der
eerste klasse J. J. van der Linden en geplaatst
op folio van luitenant ter zee der
tweede klasse;
van Hr. Ms. Utrecht naar Hr. Ms. Flores :
de luitenant ter zee der tweede klasse P.
Kruijs;van Hr. Ms. Utrecht naar Hr. Ms. Koning der Nederlanden : de adjunct administrateur H. M. Groot;
van Hr. Ms. Utrecht naar Hr. Ms. Sumbawa :
de adelborst der eerste klasse C. ter
Paarten en geplaatst op folio van luitenant
ter zee der tweede klasse;
van Hr. Ms. Utrecht, naar Hr. Ms. Ceram :
de adelborst der eerste klasse W. A. Maas,
en geplaatst op folio van luitenant ter zee
der tweede klasse;
van Hr. Ms. Koningin Regentes naar Hr. Ms. van Gogh :
de luitenant ter zee der
tweede klasse E. R. Schultz, en de adelborst
der eerste klasse J. M. Warnsinck, en geplaatst
op folio van luitenant ter zee der
tweede klasse;van Hr. Ms. Noordbrabant naar Hr. Ms. Flores :
de adelborst der eerste "klasse K. P.
F. Schmier en geplaatst op folio van luitenant
ter zee der tweede klasse;
van Hr. Ms. Noordbrabant naar Hr. Ms. Utrecht :
de officier van administratie der
tweede klasse A. G. van der Land;
van Hr. Ms. Flores naar Hr. Ms. Gelderland :
de luitenants ter zee der tweede klasse L.
A. C. Steffelaar en A. Seret Az;
van Hr. Ms. Noordbrabant naar Hr. Ms. Hertog Hendrik :
de adelborsten der eerste
klasse J. W. Bloem, en J. G. van der Laan;
van Hr. Ms. de Ruijter naar Hr. Ms. Utrecht :
de luitenant ter zee der eerste
klasse G. F. Noordhoek Hegt;
van Hr. Ms. de Ruijter naar Hr. Ms. Gelderland :
de kapitein luitenant ter zee E. E.
Dullemond;
van Hr. Utrecht naar Hr. Ms. De Ruijter :
de luitenant ter zee der eerste klasse J. S.
A. Kroon;
van Hr. Ms. Gelderland naar Hr. Ms. de Ruijter :
de kapitein luitenant ter zee A. A.
Faes;
van Hr. Ms. Hertog Hendrik naar Hr. Ms. Koning der Nederlanden :
de luitenant ter zee
der tweede klasse Jhr. H. K. B. Rendorp;
van Hr. Ms. Mataram naar Hr. Ms. Utrecht :
de luitenant ter zee der eerste klasse J. J.
Rimbonnet;
van Hr. Ms. Van Gogh naar Hr. Ms. De Ruijter :
de luitenant ter zee der tweede
klasse M. C. Koning;
van Hr. Ms. Van Gogh naar Hr. Ms. Utrecht :
de luitenant ter zee der tweede
klasse H. E. te Winkel;
van Hr. Ms. Koning der Nederlanden naar Hr. Ms. Utrecht :
de luitenants ter zee der
tweede klasse P. M. Van Riel en H. G. Van
Steijn;
van Hr. Ms. Holland naar Hr. Ms. Serdang :
de luitenant ter zee der tweede klasse J. P.
Rewijnse;
van Hr. Ms. Holland naar Hr. Ms. Mataram :
de luitenant ter zee der eerste klasse W.
Hauwing;
van Hr. Ms. Holland naar Hr. Ms. Noordbrabant :
de luitenant ter zee der
tweede klasse A. E. Rambaldo;
van Hr. Ms. Noordbrabant, naar Hr. Ms. Holland :
de adelborst der eerste klasse P.
J. Jager, op folio van luitenant ter zee der
tweede klasse;
van Hr. Ms. Serdang naar Hr. Ms. Gelderland :
de luitenant ter zee der tweede klasse
H. B. L. Braam.
Geplaatst :
op folio van luitenant ter zee der tweede
klasse, de adelborst der eerste klasse F. H.
van Leeuwen, aan boord van Hr. Ms. Koningin
Regentes.
VERSLAG omtrent de verrichtingen van de schepen en
vaartuigen van oorlog over het tijdvak van 1 Juni 1912 — 1 Juni 1913.
Op 1 Juni 1912 bestond het Nederlandsen eskader in Oost-Indië uit Hr. Ms. pantserschepen
De Zeven Provinciën, de Ruyter, Tromp en Hertog Hendrik, Hr. Ms. pantserdekschip Holland en
Hr. Ms. torpedojagers Wolf en Fret, in welke, samenstelling, behoudens de toevoeging van de
torpedobootjagers Jakhals en Bulhond, geene wijziging kwam.
Hr. Ms. Holland bleef in verband met den onzekeren politieken toestand in China,
behoudens een tweetal onderbrekingen, voortdurend in de Chineesche wateren vertoeven.
Den 5den September 1912 vertrok genoemde bodem van Shanghai naar Yokohama, ten einde
H. M. de Koningin te vertegenwoordigen bij de bijzetting van het stoffelijk overschot
van Z. M. den overleden Keizer van Japan. Den 9den September te Yokohama aangekomen,
vertrok Hr. Ms. Holland den 21sten d.a.v. weder van daar, bracht van 24 September tot
17 October een bezoek aan Kobe en kwam den 21sten October d.a.v. weder te Shanghai aan.
Den 2den December 1912 vertrok Hr. Ms. Holland uit China met bestemming naar
Nederlandsch-Indië ter aflossing van het aan boord dienende personeel, dat voor terugkeer
naar Nederland in aanmerking kwam. Na den 12den December te Tandjong Priok te zijn
aangekomen, werd deze haven ter aanvaarding van de terugreis naar Shanghai, den 27sten
d.a.v. weder verlaten. Den l0den Januari 1918 was Hr. Ms. Holland weder te Shanghai terug.
Voor den dienst van stationsschip in de Caraïbische Zee bleef aangewezen
Hr. Ms. pantsekdekschip Zeeland. Van 14 Juni tot 16 Juli en van 20 November tot
9 December 1912 verbleef deze bodem te Paramaribo, terwijl behalve talrijke tochten
binnen het kruisgebied, van 1 tot 9 Februari d. a. v. een bezoek werd gebracht
aan de haven Puerto Barrios in de Republiek Guatamala.
Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland den 4den Juni 1912 van Nieuwediep vertrokken
ter aanvaarding van een oefeningstocht in de Noorsche wateren, bracht een bezoek aan Lervig,
Bergen en enkele kleinere aan de Noorsche fjorden gelegen plaatsen en keerde den
29sten Juni d. a. v. te Nieuwediep terug.
Den 16en October 1912 koos Hr. Ms. Gelderland andermaal zee ter aanvaarding
van een oefeningstocht met de adelborsten 2de klasse, 8de afdeeling naar en in de
Middellandsche Zee. Den 26sten d.a.v. te Palma aangekomen, werd den commandant van
dezen bodem in verband met den oorlogstoestand op het Balkanschiereiland en de daarvan
in Turkije te duchten gevolgen den 2den November telegraphisch order verstrekt onverwijld
naar de Aegeïsche Zee te vertrekken ten einde zoo noodig te kunnen optreden ter bescherming
van de Nederlandschë onderdanen in gemeld Rijk en in het bijzonder te Constantinopel.
Den 3den November van Palma vertrokken, bereikte Hr. Ms. Gelderland, na een kort
oponthoud te Port Mahon en Malta den 10den November de haven van Smyrna. Den volgenden dag
weer weder van daar vertrokken en den 13den November Constantinopel bereikt Aldaar verbleef
Hr. Ms. Gelderland tot den 29sten Mei 1918, op welken datum de bodem de terugreis naar
Nederland aanvaardde. Na van 4 tot 9 Juni d. a. v. te Tunis te hebben vertoefd en een
kort verblijf te Gibraltar, bereikte Hr. Ms. Gelderland den 19den Juni 1918
de haven van Nieuwediep.
Hr. Ms. pantserschip Kortenaer keerde den 19den Juni 1912 te Nieuwediep terug.
Van den l0den tot den 31ten Juli d.a.v. maakte deze bodem een oefeningstocht in de
Noordzee en den Noord-Atlantischen Oceaan, op welken tocht van den 20sten tot den
25sten dier maand een bezoek werd gebracht aan Bergen. In verband met den loop van
den Balkanoorlog vertrok Hr. Ms. Kortenaer den 4den November 1912 van Nieuwediep
naar zee met eerste bestemming naar Algiers, ten einde aldaar nadere orders af te
wachten omtrent de verdere voortzetting van de reis naar de Turksche wateren, ten
doel hebbende zoo noodig te kunnen optreden ter bescherming van de Nederlandsche
onderdanen in de aan de Middellandsche Zee gelegen plaatsen van Turkije.
Den 12den November te Algiers aangekomen, vertrok Hr. Ms. Kortenaer, na ontvangst
van bedoelde orders, den volgenden dag weder van daar, deed op den loden d. a. v.
Malta aan en bereikte den 19den dier maand de haven van Smyrna. Alhier verbleef
Hr. Ms. Kortenaer tot den 28sten Mei 1913, op welken datum deze bodem van Smyrna
vertrok met bestemming naar Constantinopel ter aflossing van het aldaar
gestationneerde pantserdekschip Gelderland. Na laatstgenoemden bodem in de
Besika baai te hebben ontmoet, kwam Hr. Ms. Kortenaer den 31sten
Mei 1913 te Constantinopel aan.
Hr. Ms. pantserschip Heemskerck, den l0den Juni 1912 van Nieuwediep vertrokken voor een
oefeningstocht in den Noord-Atlantischen Oceaan en de Deensche wateren, bracht een bezoek
aan Odde en Copenhagen en keerde den 24sten Juni d.a.v. te Nieuwediep terug.
Den 12den Augustus d. a. v. vertrok Hr. Ms. Heemskerck van Nieuwediep met bestemming naar
Antwerpen, ten einde aldaar aanwezig te zijn tijdens het bezoek aan die stad van H.H.
M.M. den Koning en de Koningin der Belgen. Den 13den d. a. v. te Antwerpen aangekomen,
vertrok Hr. Ms. Heemskerck den 16den weder van daar en viel den daarop volgenden dag te Nieuwediep binnen.
Den 8sten Januari 1918 koos Hr. Ms. Heemskerck andermaal zee ter aanvaarding van een
oefeningstocht met de zeemiliciens in de Middellandsche Zee. Na een bezoek te hebben
gebracht aan Barcelona, Napels, Villefranehe en Algiers, keerde deze bodem den 7den Maart
1913 te Nieuwediep terug. Van den in Mei 1912 aangevangen oefeningstocht keerde
Hr. Ms. pantserschip Evertsen den l6den Juni d.a.v. te Nieuwediep terug.
Deze bodem maakte van 11 tot 31 Juli 1912 een oefeningstocht in de Noordzee en den
Noord-Atlantischen Oceaan. op welken tocht achtereenvolgens te Wiek, Thurso, Oban
en Glasgow werd vertoefd. Den 26sten Mei 1913 vertrok Hr. M. Evertsen andermaal
naar zee ter aanvaarding van een Oefeningstocht in de Noordzee en den Noord-Atlantischen
Oceaan. Na een bezoek te hebben gebracht aan de Noorsche Stor en Nordfjorden en aan
Bergen, kwam Hr. Ms. Evertsen den 16den Juni 1918 weder te Nieuwediep binnen.
Hr. Ms. pantserschip Piet Hein in dienst opgelegd te Willemsoord, werd den 22sten
April 1913 voor den actieven dienst beschikbaar gesteld ten einde o.a. te worden
gebezigd als doel voor aanvalsoefeningen der torpedobooten.
Hr. Ms. schoener Zeehond, belast met het politietoezicht de zeevisscherij werd
den 18den December 1912 uit dienst gesteld. Hr. Ms. schoener Dolfijn, eveneens
met bedoeld toezicht belast, werd op 6 November 1912 te Amsterdam in dienst
opgelegd en 22 Februari 1918 weder voor den dienst beschikbaar gesteld,
Hr. Ms. monitor Reinier Claezen werd 22 April 1913 uit dienst gesteld.
Hr.Ms. riviervaartuig Rhenus, welke bodem ten gevolge van eene aanvaring op de Waal
op 5 September 1912 was gezonken en na te zijn gelicht op 16 Januari 1913 te
Hellevoetsluis werd aangebracht, wordt geacht te zijn uit dienst gesteld op
6 November 1912, den datum waarop het bevel over dien bodem werd neergelegd.
Door Hr. Ms. onderzeebooten I en II werden de vaaroefeningen geregeld voortgezet,
Hr. Ms. onderzeeboot III, gebouwd bij de Koninklijke Maatschappij „de Schelde",
kwam gereed en werd 11 Februari 1913 van gemelde maatschappij overgenomen en
aan den chef van den dienst, der onderzeebooten overgegeven.
Ten gevolge van de opheffing van het wachtschip te Amsterdam, werd Hr. Ms. Admiraal
van Wassenaer den 1sten Januari 1913 uit dienst gesteld.
Hr. Ms. wachtschip Adolf Hertog van Nassau. Hr. Ms. instructieschepen Van Galen,
Koningin Emma der Nederlanden, Van Spyk, Bellona, Atjeh, Schorpioen en Hr. Ms.
logementschip Bonaire bleven met gelijke bestemming in dienst.
Den 26sten October 1912 werd Hr. Ms. Neptunus in de directie Willemsoord in dienst
opgelegd. Sedert 4 Maart 1913 doet deze bodem weder dienst als logementschip voor
zeemiliciens. De voor de practische oefeningen der adspirant-machinisten gebezigde
kanonneerboot Bulgia werd op 8 Augustus 1912 uit dienst gesteld. Den 30sten
April 1913 werd deze bodem voor gelijk doel weder in dienst gesteld.
Van de kanonneerbooten, bestemd voorde practische oefeningen der adelborsten,
werden Hr. Ms. Evertsen en Das den 29sten Juli 1912 en Hr. Ms. Havik den 2den
October d.a.v. uit dienst gesteld. Voor dezelfde oefeningen werden deze drie
bodems den 20sten Mei 1918 weder in dienst gesteld.
De aan Hr. Ms. Bellona toegevoegde kanonneerboot Spencer werd 18 September 1912
aan gemeld artillerie-instructieschip onttrokken en voor het houden van schietoefeningen
toegevoegd aan Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord. Den 30sten April 1913 werd deze
kanonneerboot andermaal aan Hr. Ms. Bellona toegevoegd.
Hr. Ms. kanonneerboot Heffing, eveneens aan Hr. Ms. Bellona toegevoegd, werd
9 September 1912 aan gemeld artillerie Instructieschip onttrokken. Op dien datum
werd Hr. Ms. Heffing ten behoeve van de schietoefeningen der kanonniers te Hellevoetsluis
naar die directie gedirigeerd. Na afloop van deze oefeningen keert deze bodem weder
naar Willemsoord terug en werd den 28sten October 1912 aldaar uit dienst gesteld.
Den 26sten Maart 1913 werd Hr. Ms. Hefring weder in dienst gesteld en toegevoegd
aan Hr. Ms. logementschip Neptunus. De aan Hr. Ms. Neptunus toegevoegde kanonneerboot
Wodan werd hij uitdienststelling van gemeld logementschip op 26 October 1912
toegevoegd aan Hr. Ms. wachtschip te Willemsoord Voor de wintervaaroefeningen
Den 1sten Maart 1913 word Hr. Ms. Wodan ten behoeve van de schietoefeningen der
kanonniers te Hellevoetsluis naar die directie gedirigeerd. Na afloop van deze
oefeningen keerde deze bodem naar Willemsoord terug en werd den 18den April 1913
toegevoegd aan Hr. Ms. Bellona.
Nadat Hr. Ms. kanonneerboot Braga den 22sten April 1913 als mijnenvisscher was in
dienst gesteld, vertrok deze bodem ter bekwaming van de bemanning voor de haar wachtende
taak naar Hellevoetsluis. Nadat Hr. Ms. Braga den 7den Juni d.a.v. weder was
teruggekeerd te Willemsoord, werden de oefeningen aldaar voortgezet.
Hr. Ms. kanonneerboot Bever bleef als stationsschip te Vlissingen gehandhaafd.
Hr. Ms. mijnenleggers Hydra en Medusa bleven in dienst.
Hr. Ms. torpedobootjagers Jakhals en Bulhond werden respectievelijk op 23 Juli
en 5 Augustus 1912 in dienst gesteld. Den 20sten Augustus d.a.v. vertrokken deze
bodems van Nieuwediep naar zee ter aanvaarding van de reis naar Oost-Indië.
Na op deze reis te Vigo, Malaga, Malta, Suez, Aden en Colombo te hebben vertoefd,
werd den 2den November 1912 de haven van Sabang bereikt.
Met het in dienst zijnde gedeelte der torpedovloot werden de oefeningen en vaartochten
geregeld voortgezet. Van de in Juli 1912 gehouden 2 X 24-uurstochten werd gebruik
gemaakt om door een der groepen torpedobooten een bezoek te doen brengen aan Hull.
Voorts werd van 5—15 Augustus 1912 door een groep torpedobooten deelgenomen aan
het politietoezicht op de zeevisscherij, terwijl door een tweetal groepen
van 3 tot 8 Mei 1913 te Brugge werd vertoefd.
Hr. Ms. opnemingsvaartuig Raaf, gebezigd ten dienste 'van de militaire hydrographie,
werd den 16den October 1912 te Hellevoetsluis uit dienst gesteld. Deze bodem werd,
evenals Hr. Ms. opnemingsvaartuig Greep, den 1sten April 1913 voor gemeld doel
weder in dienst gesteld.
Aan de van 2 tot en met 13 September 1912 gehouden gecombineerde oefeningen tusschen
schepen, torpedobooten en militaire kustwachtposten werd deelgenomen door
Hr. Ms. pantserschepen Heemskerck, Kortenaer en Evertsen,
Hr. Ms. pantserdekschip Gelderland, vier groepen torpedobooten en Hr. Ms.
onderzeebootenI en II, terwijl voorts een viertal groepen militaire kustwachtposten
bij deze oefeningen waren betrokken.
Geen opmerkingen :
Een reactie posten