blz 54
Verder op blz 55 |
blz- 55
Bekleeden zij den rang van adjudant-onderofficier, dan worden zij
genoemd bij hun kwaliteit voorafgegaan door het woord
opper, zooals : opperkonstabel, oppertelegrafist,
oppertorpedomaker, enz. enz. behalve de
onderofficieren-machinist met dien rang, die genoemd worden:
adjudant-onderofficier-machinist.
Al deze onderofficieren worden aangesproken met korporaal,
sergeant, majoor en adjudant.
Manschappen.
Bij de Kon. Marine bestaan manschappen van verschillende
dienstvakken, die op de linkermouw een borduursel dragen
aangevende het dienstvak waartoe zij behooren. Dit borduursel is
van roode wol, behalve voor de maats in de verschillende
dienstvakken en de leerling-onderofficier-vliegers die een
borduursel van gele wol dragen.
Bij de dienstvakken torpedomaker, timmerman, monteur,
geschutmaker, vliegtuigmaker, bottelier, ziekenverpleger, seiner
zijn de borduursels van dezelfde teekening als bij de
onderofficieren, matroos,schrijver, -hofmeester, -kok, dragen een
borduursel van 2 gekruiste stoklooze ankers, waardoor de letter
H, alles van roode wol (fig. 52).
Kleermakers, schoenmakers en barbiers dragen een borduursel
bestaande uit 2 gekruiste stoklooze ankers, waardoor de letter H,
alles van roode wol bij minder dan 6 jaar dienst; van gele wol
van 6 tot 12 jaar dienst en van goud bij 12 of meer jaar dienst
(fig. 52). De manschappen van het personeel van de Marine
Stoomvaartdienst worden onderscheiden in :
Stoker der 3e klasse . . . . geen uitmonstering.
Stoker der 2e klasse . . . . 1 toorts (roode wol), fig. 46.
Stoker der le klasse . . . . 2 gekruiste toortsen (roode wol),
fig. 47.
Stoker-olieman . . . . . . . . toorts en pijl gekruist (roode
wol), fig. 45.
vervolg op blz 56
|
maandag 1 mei 2017
Handboek 16
Abonneren op:
Reacties posten
(
Atom
)
Geen opmerkingen :
Een reactie posten